Start bomenplant Rottemeren

In de Bleiswijkse Zoom Zuid is aannemer de Ronde de afgelopen weken begonnen met het planten van bomen. Eerder had Recreatieschap Rottemeren opdracht gegeven aan Staatsbosbeheer voor het voorbereiden en aanbesteden van deze werkzaamheden. Vanwege regulier bosonderhoud en de essentaksterfte is er afgelopen zomer flink ingegrepen in de bospercelen van de Bleiswijkse Zoom Zuid en rond de Zevenhuizerplas. Waar grote open plekken zijn ontstaan vanwege de kapwerkzaamheden worden nu de bomen en struiken geplant.

Een paar weken geleden is een grote hoeveelheid bosplantsoen en laanbomen gearriveerd bij de werkschuur van Staatsbosbeheer op de kooilaan in Bleiswijk. Omdat het om veel bomen en struiken gaat worden ze ingekuild in afwachting tot ze geplant worden. Hiermee wordt voorkomen dat de wortels uitdrogen waardoor de plant niet meer levensvatbaar is. Door het plantgoed in een sleuf te zetten met daarop een flinke laag zand worden de wortels op deze manier beschermd tegen droogte en vrieskou.

Ondanks de natte weeromstandigheden schiet het werk al flink op. In de natte grond is het niet makkelijk werken en plantgaten te maken. Wel helpt al dat vocht bij het goed aanslaan van de plant. Rond de kerstdagen ligt het werk stil. In het begin van het nieuwe jaar wordt er dan opnieuw opgestart. Naar verwachting is de Bleiswijkse Zoom Zuid rond half januari klaar. Vervolgens wordt er dan gestart met de aanplant rond de Zevenhuizerplas. Als het meezit zijn die werkzaamheden dan eind februari afgerond.

Er wordt een grote variatie aan soorten bomen en struiken geplant. Daar komen allerlei verschillende insecten en vogels op af. Door regelmatig in te grijpen komt er ook meer verschil in leeftijd in de bossen. Hierdoor verbetert de biodiversiteit en neemt de kans op ziektes af. Het duurt nog wel even voordat er weer een compleet bos staat. Maar binnen een paar jaar zijn er alweer gesloten bosschages die zullen bijdragen aan een grotere soorten rijkdom en natuurbeleving.

De aanpak van essentaksterfte wordt in recreatiebossen en kleibossen in Zuid-Holland gecombineerd met de benodigde kwaliteitsimpuls in deze bosgebieden. De kwaliteitsimpuls betreft de ontwikkeling van deze bossen (omvorming populier, jonge loofbossen met beheerurgentie) en de gewenste impuls in bos en gebiedsbeleving. Op deze manier worden de bossen veiliggesteld voor komende generaties.

Rotte bewoner - Reislustiger dan je zou denken

Waarschijnlijk kent iedereen ze, de meerkoeten! Die zwarte watervogels, met een witte snavel en witte ‘pet’. Het lijkt wel alsof ze altijd maar in de zelfde sloot zitten, en ook niet echt heel handig of atletisch zijn aangelegd. Toch moet je deze jongens niet onderschatten, ze kunnen namelijk behoorlijke afstanden afleggen!

Zo trekt namelijk een deel van onze meerkoeten in het najaar weg naar Zuidwest-Europa, om hier onder het warme zonnetje te overwinteren. Toch ligt het aantal meerkoeten in de winter niet lager dan in de zomer! We krijgen iedere winter namelijk duizenden meerkoeten uit Noordoost-Europa. Vogels uit bijvoorbeeld Estland en Letland willen de kou ontvluchten, en zoeken daarbij het waterrijke Nederland op om de winter door te komen. Bizar toch?! Ook opvallend is dat dit fenomeen nooit zichtbaar is. Ik bedoel, wie ziet er nou een groep meerkoeten overvliegen?! Deze vogels vliegen dus in de nacht. In het voorjaar is er weer wisseling van de wacht, de noordelingen gaan terug naar hun eigen broedgebieden, en onze eigen meerkoeten komen terug.

Grappig is ook dat het karakter van de vogels een beetje veranderd in de winter. Bij veel staan meerkoeten namelijk bekend als echte vechtersbazen, die hun vleugels er zeker niet voor omdraaien om eens een goed potje te knokken. Een terecht beeld! Tenminste, in het voorjaar dan. Zodra er een nest op het spel staat, en de hormonen beginnen te gieren, zetten deze vogels alles op alles om hun nest en territorium te beschermen. Des te opvallender is dat dit felle karakter in de winter ver te zoeken is. In deze tijd van het jaar kun je groepen met duizenden meerkoeten dicht tegen elkaar aan zien zitten, zonder dat er ook maar iets van concurrentie zichtbaar is. De Roeibaan op de Eendragtspolder is daar een mooi voorbeeld van! Hier overwinteren grote groepen meerkoeten.

Ze vullen hier de dag met het eten van gras, of het duiken naar waterplanten. Dat laatste is voor de meerkoet wel een dingetje. Door de grote hoeveelheid lucht in hun verenkleed moeten ze veel moeite doen om onder water te komen; ze maken een sprongetje bij het duiken en zetten zich met hun poten af. Kort daarop komen ze als een grote dobber weer naar boven drijven.

Kortom, meerkoeten zijn een stuk minder “saai” dan dat je van te voren misschien zou denken!

Bron: Jonathan Leeuwis, Staatsbosbeheer

Informatiezuilen langs de Rotte

Langs de Rotte worden binnenkort veertien informatiezuilen geplaatst, van Oorsprong tot Dam. Elke zuil verteld iets over zijn eigen plek en alle 14 zuilen vormen samen één geheel, van Moerkapelle tot Rotterdam. 

Eind november worden de informatiezuilen binnen twee dagen geplaatst. Van Moerkapelle, waar de Rotte ontspringt, tot in de binnenstad van Rotterdam, waar 750 jaar geleden de dam is gebouwd waaraan Rotterdam zijn naam dankt. Door de coronamaatregelen zal de openingshandeling bescheiden zijn.

Ruggengraat

Het plaatsen van de informatiezuilen is een project van Recreatieschap Rottemeren, Gemeente Rotterdam en Provincie Zuid-Holland. Zeven zuilen komen er op het gebied van de schappen, de andere zeven op Rotterdams grondgebied. “We laten daarmee zien dat het Rottegebied één geheel is”, vertelt projectleider Monique Banus. “De rivier is de ruggengraat waar alle plekken aan vast zitten. We afficheren het gebied daarom ook als DE Rotte.”

Geschiedenis

De zuilen worden 2,35 meter hoog en 45 cm breed. Monique: “Op iedere zuil staat aan één kant de gehele kaart van DE Rotte afgebeeld, zodat je een gevoel krijgt van waar je bent. Op de andere kant van de zuil staat informatie over de plek waar je staat. Iets over de geschiedenis en de bedrijvigheid, de natuur of het watersysteem. Of juist iets over sport en recreatie. Er staat ook altijd een QR-code bij die naar een webpagina leidt op onze website (Ookditisderotte). 

Sport en spel

De zuilen geven een goed beeld van het gebied én de ontwikkelingen door de tijd. Het vergaren van de informatie was een leuke uitdaging, aldus Monique. “We hebben samengewerkt met historische genootschappen en foto’s uit de archieven gehaald. Koos Termorshuizen, schrijver van het boek De Rotte - van Wilde Veenen tot Wereldhaven, hielp ons met de teksten. Toen we zo samen aan het zoeken waren naar geschikt beeldmateriaal en informatie, zag ik de overeenkomsten tussen vroeger en nu. Zo lang al wordt er op de Rotte gezeild, geroeid en geschaatst. Sport en spel, ook dat is DE Rotte.”

Rotte bewoner - De waterrietzanger

In de maand augustus was het een drukte van belang in het plas-dras van de Eendragtspolder. Vogelaars uit het hele land kwamen hier massaal naartoe om een glimp op te vangen van de zeldzame waterrietzanger. De populatie van dit zangvogeltje is door het verdwijnen van zijn geschikte broedbiotoop sinds de 20e eeuw met meer dan 90% achteruit gegaan, waardoor hij een internationaal erg zeldzaam is geworden. In augustus gaan ze onderweg naar hun overwinteringsgebieden in Afrika, waarbij de Rottemeren een erg gunstig tussenstation blijkt te zijn!

Zoals al eerder genoemd is de waterrietzanger wereldwijd erg zeldzaam geworden. Tot 1941 broedde de soort ook nog in Nederland, maar tegenwoordig vind je hem alleen nog in de zeggemoerassen van Polen, Wit-Rusland, Oekraine en Litouwen. Deze achteruitgang komt o.a. door het afnemen van zeggemoerassen, veranderingen in de waterhuishouding en het veranderen van het traditionele gebruik van de landbouwgebieden. Het broedseizoen van de waterrietzanger is al vroeg afgelopen, waardoor de vogels in juli al beginnen aan de grote reis richting hun overwinteringsgebied in Afrika.

Tijdens hun tocht naar het zuiden trekken ze ook in lage aantallen door ons land. Jaarlijks kunnen we rond eind juli/begin augustus de rietvelden, pitrusvelden en zeggemoerassen af speuren, in de hoop op een glimp van deze zeldzame schoonheid. Ook in de Rottemeren zijn de vogelaars altijd erg scherp op deze soort, want het lijkt er namelijk op dat de waterrietzangers de Rottemeren jaarlijks gebruiken als tussenstation om op te vetten! Nu al 3 jaar achter elkaar worden er meerdere vogels waargenomen in de Eendragtspolder, waar ze graag door de rietstroken en kruidenrijke oevers heen scharrelen! Erg bijzonder, want deze toch wel verborgen rietvogel laat zich maar weinig zien. Het gaat hier 9 van de 10 keer om jonge vogels. Het opvallende is dat ze ook regelmatig boven in het riet zitten te zingen. Een echte onderbouwde verklaring kan hier niet gevonden voor worden, maar het is waarschijnlijk dat deze jonge mannen druk bezig zijn met oefenen. Wanneer ze dan in het voorjaar weer aankomen in de zeggemoerassen in Oost-Europa weten ze met hun zangkunsten de mooiste vrouwtjes te scoren!

De waterrietzanger herkennen is nog een hele kunst, want hij lijkt namelijk erg veel op de jongen van onze eigen rietzangers. Maar, voor de oplettende vogelaars is het met een beetje oefening goed te doen. Zo heeft de waterrietzanger in tegenstelling tot onze eigen rietzangers een prachtige dikgelijnde zwarte tekening op de rug. Daarnaast heeft hij zeer grote wenkbrauwstrepen en loopt er een schitterende gele band over zijn kruin.

Door beschermingsprojecten in de broedgebieden van de waterrietzanger is er gelukkig weer hoop voor de soort! Het is dan ook te hopen dat we hem de komende jaren weer iedere zomer mogen verwelkomen in de Rottemeren!

Bron: Jonathan Leeuwis, Staatsbosbeheer

De Rotte Toekomst - Crooswijksebocht

De kade aan de Crooswijksebocht wordt aantrekkelijker. Behalve groen, een nieuwe speelplek en enkele steigers, is kanoverhuur gepland langs dit gedeelte van de Rotte.In 2018 is tijdens het Waterfestival aan de Rotte aan bewoners gevraagd hoe zij de oever en het water het liefst gebruiken. Opvallend was hun voorkeur voor ‘begaanbaar wild’, dat wil zeggen: natuurlijke beplanting waar je makkelijk doorheen kunt wandelen.

Het begon allemaal een paar jaar geleden met het "toekomstperspectief binnenstedelijke Rotte". Daarin werd al duidelijk dat in de Crooswijksebocht het karakter van de buitenstedelijke Rotte doorgetrokken moest worden in de vorm van het Rottepark. In de toch wel wat versteende omgeving moet het park centraal staan voor ontmoeting en activiteit. Zo maakt de oude speeltuin plaats voor een natuurspeeltuin en komt er een natuurlijke oever waaraan de mensen kunnen zitten. Inmiddels lijkt het definitieve plandan ook veel op wat er in het toekomstperspectief werd besproken. In de oksel van de Crooswijksebocht komt een steiger waar bootjes en sloepen voor een korte tijd aan kunnen meren. Er wordt dus, wat de bewoners in 2018 al hoopt, gekozen voor het "begaanbaar wild" met de natuurlijke oevers, speeltuinen en ligweides.

De verwachting is dat de herinrichting over anderhalf jaar, in de lente van 2022, afgerond is en we met zijn allen kunnen genieten van de nieuwe en groenere Crooswijksebocht!

Bekijk hier het definitieve ontwerp voor de herinrichting van de Crooswijksebocht

Sluiswachterswoning in ere hersteld

Bleiswijks Verlaat straalt als nooit tevoren nu er sinds kort een schitterend bijpassende sluiswachterswoning naast is verrezen. Samen in het groen en grenzend aan de Rotte; sfeervol en niet te uitbundig. Het kon niet mooier, maar vergde wel veel geduld van degenen die bij de plannen en de uitvoering daarvan betrokken waren.

Voorheen stond er naast het verlaat een oud huisje dat steeds meer in verval raakte. Tal van belangstellenden informeerden bij de eigenaar of ze het konden kopen, maar lang kwam het niet tot een overeenkomst. Tot het Fred en Thea Bunnik wel lukte. Ze realiseerden zich wel dat er nog veel water door de Rotte zou vloeien voor er resultaten geboekt zouden kunnen worden, maar Fred formuleerde het met: “de insteek was en bleef ‘iets maken waar iedereen blij van wordt’ en we denken dat dit streven is gelukt.”

In de tweede helft van 2017 werden de handtekeningen gezet voor de koop/verkoop. “Zonder voorbehoud,” kijkt Fred op die dag terug. “Vervolgens belde ik architect Jan Houweling om samen met hem de mogelijkheden te bekijken. Zelf maakte ik ook een afspraak met het Recreatieschap Rottemeren, maar die wilde in eerste instantie van nieuwbouw op dat plekje niets weten. Evenmin van de vraag van Fred of hij er een stukje omheen kon kopen voor een mooi grasveldje. “Maar,” zo straalt hij achter de grasmaaier, “het is uiteindelijk een feestje geworden!”
Houweling Architecten maakte een plan, visualiseerde dat en presenteerde het aan de gemeente waar het enthousiast ontvangen werd. Voor het ontwerp heeft de architect een studie gemaakt van zowel de sluis als van de architectuur van sluiswachterswoningen. In een vroeg stadium werd ook landschapsarchitect Jos van der Lindeloof – niet de eerste de beste – erbij gehaald. Samen gingen ze naar het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard waar ze een totaalplan presenteerden. Ook de derde partij – Staatsbosbeheer – realiseerde zich dat er een mooi plan op tafel lag. De sceptische houding van eerst sloeg om in bereidheid en de wil om mee te denken in mogelijkheden. Er kwamen uiteindelijk uitsluitend echte vaklui in beeld die de bijzondere klus konden gaan klaren. Met Fred als ‘bouwbegeleider’ die precies wist wat hij (en Thea) wilden. Alles werd berekend, besproken, er werd uitsluitend gewerkt met mooie en duurzame materialen onder leiding van het Berkelse aannemersbedrijf Cor van der Sar en Noesk gebinten uit Opheusden die de ambachtelijke eiken constructies met pen en gat verbindingen voor zijn rekening nam waar elke vakman jaloers op zou worden.”

Een hele klus

Nadat op 4 april begonnen werd met het afbreken van het oude huisje kon 29 april de eerste paal de grond in. Op een locatie waarvoor alle benodigde materialen over de sluis werden aangevoerd. Snel rekende Fred voor: “Onder andere 800 kuub grond, 400 kuub zand en 200 kuub beton; dat was de enige aanvoerroute.” Het waren veel partijen die alle materialen samen brachten. “Jongens die verstand van hun werk hadden en ervan genoten iets moois te maken met vakmanschap.” Fred reisde heel wat af om te vinden wat hij zocht en om zijn ideeën gerealiseerd te krijgen. “Alles valt of staat met geduld en met goede en eerlijke vakmensen. Als je weet waar je die vinden kunt – en er zijn er nog best wat in ons land – dan bof je als ze ook iets moois voor je willen en kunnen maken.”
De rondleiding door het huis toont uitsluitend vakwerk. “Geen grote kamers of een rieten dak, maar knus en elke ruimte voorzien van een houten binten plafond. De stenen zijn kolen gestookt gebakken in de enige oven die Nederland nog rijk is en bovendien qua sfeer passend bij de sluis. Zo ook de grote houten luiken als ‘knipoog’ naar de sluis. Een gezellig terras en een botenhuis passen helemaal in de sfeer. Als ‘grapje’ is een looppad door het water aangelegd dat uiteindelijk nog een hele klus bleek, waar loonbedrijf Van Etten uit Bergschenhoek onze steun en toeverlaat was. Evenals de onderkeldering van de woning; ook dat was een spannende onderneming in de veengrond langs het water. Een stevige beschoeiing zorgt ook hier voor droge voeten.”

Twee maanden

Thea en Fred wonen er nu twee maanden en zijn meer dan tevreden over het eindresultaat. “We hebben hier al heel wat mensen langs zien komen die het geheel bekijken en graag een praatje maken over de plek en de mooie combinatie van sluis en sluiswachterswoning. Zelf hebben we er veel van geleerd en er met plezier aan meegewerkt, maar als tip zou ik aan iedereen die ook iets wil realiseren willen meegeven: maak eerst een goed plan voor je naar de gemeente of een andere belanghebbende partij stapt. Bovendien: heb geduld en weet wat je wil. Want met geduld en doorzettingsvermogen bereik je een mooi resultaat.” Fred geniet ervan als het grasveld rondom de monumentale sluis en de sluiswachterswoning er netjes bij ligt. “Met behulp van de grasmaaier lukt mij dat aardig. Niet alleen leuk, maar ook goed voor de conditie, want het blijft bij een handmaaier!”

 

Bron: Heraut

Van Waterfestival naar Waterweken aan de Rotte

Het jaarlijkse Waterfestival aan de Rotte is omgetoverd tot een nieuw, meerdaags, coronaproof event: De Waterweken aan de Rotte. Alle activiteiten die normaal op het Waterfestival te beleven zijn, kun je de komende twee maanden ontdekken. Van zaterdag 5 september t/m zondag 1 november beleef je in de weekenden diverse kleinschalige (water)activiteiten op/aan de Rotte, in de Crooswijksebocht. Rondvaartboten, kanoën, op pad met de boswachter, pijl & boogschieten, plastic vissen, een historische wandeling en nog veel meer. Komend weekend is de aftrap met op zaterdag rondvaarten op de Rotte en zondag gezellig kanoën. Alle activiteiten zijn gratis voor inwoners uit Kralingen-Crooswijk en Noord.

Van Waterfestival naar Waterweken

Afgelopen weekend stond de vierde editie van het Waterfestival aan de Rotte gepland. Een jaarlijks terugkerende event voor inwoners uit Crooswijk en Noord. Tijdens het festival konden zij kennismaken met de plezierrivier de Rotte door een tal van (water)activiteiten. Net als vele andere evenementen ging het Waterfestival dit jaar niet door. De organisatie ging op zoek naar mogelijkheden voor een alternatief event. Dat mondde uit in de Waterweken aan de Rotte. Het Waterfestival, maar dan verspreid over meerdere dagen EN coronaproof!

Waterweken aan de Rotte

Plezier op en aan de Rotte, dat is wat je tijdens de Waterweken aan de Rotte beleeft. Iedere zaterdag en zondag in september/oktober kunnen inwoners uit Crooswijk en Noord gratis deelnemen aan een activiteit. De ene dag is dit kajakken, de andere dag roeien en weer een andere dag is het klimmen of een rondvaart. Het idee hiervan is dat de activiteiten die we bij het Waterfestival op één dag aanbieden, nu verspreid aanbieden gedurende de maand(en). Dit gebeurt op basis van voorinschrijving. Het begint met één blok, waar een maximaal aantal deelnemers toegelaten kunnen worden. Het maximale aantal hangt af van de activiteit en de mogelijkheden van die activiteit om de regels van het RIVM te kunnen hanteren (zoals de 1.5 meter afstand regel). Indien een tijdsblok vol zit, komt er een extra blok bij. Zo kan iedereen verantwoord kennis maken met de diverse (water)sporten die de Waterweken aan de Rotte aanbiedt.

Vooraf aanmelden is verplicht!

Vanwege de beperkte beschikbaarheid en om de coronaregels te kunnen handhaven is vooraf aanmelden voor de activiteiten verplicht. Dit kan via deze website.

750 jaar dam in de Rotte

De Waterweken aan de Rotte maken onderdeel uit van het Programma 750 jaar Dam in de Rotte. In 2020 is het 750 jaar geleden dat de dam in de Rotte is gelegd. Een historisch moment waar de stad Rotterdam door is ontstaan. Dat wordt gevierd met diverse activiteiten op en om de rivier de Rotte. De Waterweken aan de Rotte is daar één van! De Rotte is van iedereen. De plezierrivier kronkelt vanuit de groene achtertuin van Rotterdam naar het bruisende centrum van deze wereldstad. De rivier biedt met haar levendige kades en groene natuuroevers een plek waar je je thuis voelt en is een bron van plezier en ontspanning. Beleef 750 jaar dam in de Rotte en ontdek wat er te doen is op, aan en nabij te Rotte via de website van 750 jaar Dam in de Rotte.

Mede mogelijk gemaakt door

De Waterweken aan de Rotte zijn mogelijk gemaakt door Gebiedscommissie Kralingen-Crooswijk, Wijkraad Oude Noorden, gemeente Rotterdam, Programma 750 jaar dam, Stichting Plezierrivier de Rotte, Ook dit is de Rotte, Ondernemersvereniging de Rotte(meren) en de vele betrokken partijen die activiteiten aanbieden.

Meer informatie over de Waterweken op de Rotte.

Vleermuisschermen Lage Bergse Bos goed gebruikt

Over de hele lengte van de toekomstige Rottemerentunnel in het Lage Bergse Bos zijn bomen gekapt. Vleermuizen gebruikten die bomen om zich te oriënteren. Vleermuisschermen moeten de functie van de bomen opvangen, en dat is gelukt. Ecoloog Jeroen Demmer vertelt erover.

Vleermuizen bewegen zich voort door geluid te maken. De bomen weerkaatsen dat geluid, zodat de vleermuizen weten waar ze vliegen. Jeroen: ‘Veel vleermuissoorten vinden het moeilijk om grote kale vlakten over te steken, zonder oriëntatiepunten. De plek van de tunnel moeten ze echter wel oversteken om van hun verblijfplaatsen op de plek te komen waar ze foerageren (voedsel zoeken). En we zijn ook wettelijk verplicht om maatregelen te nemen. Daarom hebben we vleermuisschermen neergezet, lange palen waar we brede steigerdoeken aan bevestigd hebben.’

Monitoring

Toen alle bomen nog stonden, hadden de vleermuizen allerlei mogelijkheden om het tracé over te steken, nu zijn de nieuwe routes beperkt tot de schermen. ‘Van die routes wordt wel goed gebruikt gemaakt’, weet Jeroen. ‘Tijdens monitoring is goed te zien dat voornamelijk de kleinere vleermuissoorten, zoals de gewone en ruige dwergvleermuis, de schermen volgen om ons werkterrein over te steken. De vleermuizen zoeken hun voedsel, allerlei insecten, vliegen en muggen, in een vrij groot gebied. Het grootste gedeelte van dit gebiedt ligt voor de vleermuizen aan de andere kant van ons tracé, in het Lage en Hoge Bergse Bos. Door de schermen hebben vleermuizen nog steeds toegang tot dit gebied.’

Jeroen weet ook hoe wordt onderzocht of de vleermuizen gebruikmaken van de routes. ‘Daarvoor gebruiken we een batdetector. Met dat apparaat vangen we de geluiden op. Normaal is dat geluid niet hoorbaar voor mensen, maar door dat apparaatje wel. Zo kunnen we goed bepalen wat voor vleermuizen er zijn, en waar ze vliegen.’  Het is voor Jeroen moeilijk in te schatten hoeveel vleermuizen er in het gebied zitten, maar als je kijkt naar de waargenomen vliegbewegingen langs de schermen, zijn het zeker 200 dieren die er elke nacht gebruik van maken. ‘Dat zijn hoge aantallen vleermuizen langs de schermen, en daar zijn we heel blij mee!’

Werkzaamheden

Nu de werkzaamheden volle bak zijn opgestart, worden de schermen en de dieren extra in de gaten gehouden. Elke maand wordt er een inventarisatie gemaakt. ‘We controleren of de schermen nog goed functioneren door aantallen te tellen en te kijken of de schermen bijvoorbeeld niet kapot waaien.’ Ook voor nachtwerkzaamheden is extra aandacht, weet Jeroen. ‘We zorgen ervoor dat er altijd ruim voldoende oversteeklocaties zijn die niet verstoord worden bij nachtelijke werkzaamheden.’

Vleermuiskasten

In het Lage Bergse Bos zijn eerder een vijftigtal vleermuiskasten gehangen. In de scheuren en kieren van bomen verbleven vleermuizen. Omdat die bomen gekapt werden, verdwenen ook verblijfplaatsen en toekomstige verblijfplaatsen. Dat is opgelost door de kasten. Jeroen: ‘Die kasten hebben we in de buurt van de schermen gehangen, zodat deze gemakkelijk gevonden worden door passerende vleermuizen. Ook hier zien we al hele positieve resultaten, relatief veel kasten (11) waren na één seizoen al in gebruik genomen.’

Als de werkzaamheden straks zijn afgerond, worden grote bomen teruggeplaatst op de plek waar nu de schermen staan. Door die aaneengesloten structuur kunnen de vleermuizen de weg weer vinden zonder de schermen. De kasten blijven wel nog even hangen, want er zitten niet meteen grote scheuren in de bomen waar de dieren in kunnen verblijven.

Bron: A16Rotterdam

Berkelaren zien hun droomplek in rook opgaan

“We wonen sinds 1968 in Berkel en Rodenrijs. In 2000 verhuisden we vanuit de Lindenlaan naar de Rottekade in Bergschenhoek. Daar vonden we een leuk huis waar wel het een en ander aan verbouwd moest worden. Omdat in 2002 sprake was van sanering van ons kavel vanwege een teerfabriek die daar had gestaan besloten we onze plannen om het huis te verbouwen op te schorten. De sanering werd uiteindelijk pas in 2010 uitgevoerd, maar meteen daarna hebben wij de (ingrijpende) verbouwing doorgezet. Drie jaar later kwam Rijkswaterstaat echter met de mededeling dat ze zouden gaan beginnen met het uitvoeren van het plan van de verbindingsweg A13/A16; een plan dat al uit 1974 stamde. Wij werden onteigend en moesten weer op zoek naar een andere woning. Na weer een ingrijpende verbouwing van ons nieuwe huis zijn we eind 2016 naar Rodenrijs verhuisd.”

Historie van een Rottehuis

Het huis aan de Rotte waar Edwin en Egbertine hoopten nog lang te kunnen blijven wonen kende een lange geschiedenis die werd vastgelegd om niet verloren te gaan. De geschiedenis begint rond 1500 in het Buurtschap Terbregge (vroeger behorend onder het ambacht Hillegersberg en Rotteban), dat in de dertiende eeuw ontstond rond een brug over de Rotte en haar naam te danken heeft aan de brug (de bregge) over de Rotte die er al eeuwenlang lag en nog ligt (waarschijnlijk nu de Irenebrug). In 1524 moet het gehucht ‘Terbregghe’ al bestaan hebben. De molen De Vier Winden staat in het oude gedeelte aan de Rotte, een stellingmolen uit 1776. Tot 1964 werd met de molen graan gemalen. De eerste Breggemolen is waarschijnlijk begin van de 15e eeuw gebouwd. Het had nog niet de capaciteit van de latere watermolens. Dat was ook niet nodig, want de polders waren nog niet uitgeveend en het polderniveau lag toen aanzienlijk hoger. De Breggemolen en de even oude Butterdorpse molen hielden de Butterdorpse polder tot aan de grote turfwinning droog. In de 17e eeuw werd de turfwinning grootschalig aangepakt. Dat bracht welvaart. Na 150 jaar was praktisch alle turf verdwenen. Voorspoed maakte plaats voor armoe. Schieland, voornamelijk ten westen van de Rotte, was veranderd in een grote waterplas. Door afkalving vanwege de golfslag dreigden de laatste wegen en kade te bezwijken zodat een normale verbinding onmogelijk zou worden.

Drooglegging

Noodgedwongen is men in 1772 met een kostbare drooglegging begonnen. Een gigantisch karwei dat zes jaar zou duren. Op de vroegere plaats van de Breggemolen is in 1772 de bovenmolen van de molenviergang G – de Breggegang – gebouwd; de G1. In het Lage Bergse Bos staan nog (de resten van) de G2 en de G4. De G3 is verdwenen.
In 1914, na 140 jaar trouwe dienst, werden de molens buiten gebruik gesteld. Het Waterschap was op elektrische bemaling overgegaan, met afstandsbediening. Er stonden in één klap 27 watermolens buiten gebruik; 27 molenaars stonden aan de kant. Ter compensatie hadden zij het eerste recht van koop, tegen een zacht prijsje. De meesten maakten daar gebruik van. Van de 16 molens in Bergschenhoek is de helft meteen gesloopt. Vanwege het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog brachten de zware houten molenbalken goed geld op. De overige molens werden gedeeltelijk afgebroken en omgebouwd tot woonhuis. De G1 of Breggemolen werd in 1914 met de grond gelijk gemaakt. Alleen de fundering bleef, inclusief resten van de watergang. De molenfundatie is enorm zwaar en massief, zodat het (dubbel)pand dat er op gebouwd werd sindsdien geen millimeter gezakt is. Dit in tegenstelling tot veel andere huizen op de Rottekade.

Industriegebied

De Rotte was in begin vorige eeuw het industriegebied van Bergschenhoek vanwege de mogelijkheid van transport over water. Een van de eerste ondernemingen (1915) was een kaasfabriek, op de plaats waar later de showroom/opslag van S&V kwam. De ‘Franse kaas’ die gemaakt werd van melk van plaatselijke boeren sloeg niet aan. De kaasmaker gaf de brui aan zijn ‘Brie’ en sloot zijn fabriek. Het pand bleef enige tijd leeg staan. Ruim tien jaar hiervoor in 1905 richtte een zekere E.L. Kramer een aannemingsbedrijf op, gericht op het maken van rubberoid dakwerken. Het rubberoid betrok hij van The Rubberroid Company in New York; later vanuit Engeland en Duitsland. In 1928 vestigden de Gebr. Kramer zich in de voormalige kaasfabriek. Het bedrijf liep goed. Men moest telkens uitbreiden. Er werd onder andere asfaltbitumen geproduceerd. In 1932 boekte men succes met een nieuwe, goedkopere methode om rubberroid te produceren, waardoor ze in de crisistijd concurrerend bleven. Uitbreidingsplannen moesten door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in de ijskast worden gezet. Na de oorlog kwam een fusie tot stand met Key’s Asphaltfabriek. Aan de Rotte was er geen plaats meer voor uitbreiding. Het bedrijf ‘Key en Kramer’ verhuisde naar Maassluis. In het pand op het fundament van de Breggemolen had de teerfabriek z’n kantoor gevestigd met in de naastgelegen schuur het laboratorium. In 1958 vestigde de timmerfabriek van Marinus Uittenbroek, begonnen aan de Grindweg, zich in de voormalige teerfabriek. In de timmerfabriek werden doodskisten gemaakt. Uittenbroek woonde in het voormalig kantoor van de teerfabriek, dat leeg stond. In 1969 besloot hij het pand te splitsen in twee gelijkwaardige woningen. Uittenbroek stopte om gezondheidsredenen in 1988 met zijn bedrijf. Daarna kregen de woningen verschillende bewoners. Els Borst, arts bij de Adrianastichting (Rottekade 244) en mr. W.G. Sillevis Smitt (Rottekade 243). Vervolgens, in 1998 Yuri Backx (244) en de dames Marga Stolker en Mieke van der Waals (243).

Uitbouwen

“We hadden al besloten het huis na de sanering uit te bouwen en de vroegere houten schuur te funderen en in steen op te trekken. De bouw begon in februari en liep tot september/oktober 2010. Na de uitbouw van ons huis en van de schuur besloten wij pas een jaar later (stom!) tot herbouw van de bovenverdieping. Die liep van juni 2011 tot oktober 2011 en viel nog net binnen de 6% BTW stimuleringsregeling. In 2012 wachtte ons de volgende ‘verrassing’ waar eigenlijk niemand rekening mee hield: de plannen voor de aanleg van de A13/16 werden doorgezet door Melanie Schultz. De eerste notitie over het bestemmingsplan dateert al van 1974. Er volgden veel protesten. Negatieve energie waar we niet aan meegedaan hebben. Er was overduidelijk sprake van pseudo-inspraak. Wel meldde Rijkswaterstaat (RWS) dat er op het OntwerpTracébesluit 256 (!) zienswijzen werden ingediend. Net nadat de tweede verbouwing van ons inmiddels mooie huis werd opgeleverd meldde zich een adviseur/onderhandelaar. De overdracht van ons huis aan RWS vond plaats op 26 juni 2015. We zijn daarna meteen, begin juli, een zoektocht naar een nieuw huis begonnen. Het werd de Zuidersingel; die voldeed aan ons beider wensen. De overdracht vond plaats op 29 september, drie maanden na de verkoop van ons Rottehuis. Een huis op een mooie locatie en met een lange geschiedenis. Een geschiedenis die eindigde op de dag dat RWS startte met de afbraak en een weg gaat aanleggen die veel aan de omgeving zal veranderen.”

Grondsanering locatie teerfabriek

Teer, bitumen en asbest: de grond bij de Rottekade is flink vervuild. Voor de realisatie van de Rottemerentunnel is het nodig een deel van de grond te saneren. Juist op de plek waar vroeger de teerfabriek heeft gestaan zitten veel vervuilde resten in de grond.
Martijn Midde, adviseur milieu bij bouwcombinatie De Groene Boog, is betrokken bij de sanering. “In een gebied van 6.500 vierkante meter is de grond vervuild. Het is een specialistische klus om de grond af te graven en weer geschikt te maken voor de verdere bouw van de A16 Rotterdam.”
De afgegraven grond wordt verdeeld in drie categorieën. Martijn: “Een gedeelte van de grond is niet verontreinigd en kunnen we hergebruiken, die kunnen we gewoon in het werk toepassen. Er is grond die we kunnen reinigen en grond die zo vies is dat we het moeten storten. Die dekken we aan het einde van de dag af met een folie, zodat het niet weg kan waaien en niet kan gaan stinken. Als het erg droog is, wordt de grond ook bevochtigd, zodat het niet kan verstuiven. We saneren nu een stukje bij de dijk, het bos hebben we al gedaan. Graven bij een dijk gaat natuurlijk niet zomaar, omdat de dijk dan kan verzwakken. We hebben eerst over een lengte van honderd meter een damwand tegen de Rotte geplaatst. Zo kunnen we de grond tot 1,5 meter diep afgraven, terwijl de damwand het water tegenhoudt. De werkzaamheden gaan tot nu toe voorspoedig. We verwachten deze week al met het eerste gedeelte klaar te zijn. Daarna gaan de werkzaamheden verder met de werkzaamheden op de plek waar straks de Rottemerentunnel komt. Op die plek graven we tot twaalf meter diep, omdat we ook zo diep moeten graven voor de aanleg van de tunnel. De grond is tot 3,5 meter diep verontreinigd, maar als we toch bezig zijn met graven, gaan we meteen door.”

Bron: Heraut

De Rottemerenroute

Dit jaar is het 750 jaar geleden dat de dam in de Rotte werd gelegd. Met het aanleggen van deze dam is uiteindelijk Rotterdam ontstaan. 

Om dit jubileum te vieren heeft Rotterdamroutes, bekend van haar mobiele audiotouren met pushnavigatie, een 26 kilometer lange fietsroute voor jou uitgestippeld, met als thema Natuur beleven in de Rottemeren. Aan de hand van jouw telefoon wordt je met audio geleid langs de mooie natuurgebieden en ontdek je dingen die je nog niet eerder gezien hebt. 

Vekrijgbaarheid

De route is op papier verkrijgbaar bij horeca in het gebied zelf. Op je telefoon kan je de route vinden door het downloaden van de RotterdamRoutes app. Op deze app is de route te vinden onder de naam Rottemerenroute. 

Project Biodiversiteit Rottemeren

De uitgave van deze route is het laatste product van het project Biodiversiteit Rottemeren. Met dit project heeft het Recreatieschap in samenwerking met Natuur- en Vogelwacht Rotta allerlei maatregelen getroffen om de natuur te verrijken in het Rottemerengebied. Op de route zijn de projectresultaten te zien zoals een oeverzwaluwkolonie in een oeverzwaluwwand en visdiefkolonies op drijvende eilanden. De route voert ook langs bestaande natuurparels zoals het Koornmolengat. Bovendien passeert de route enkele monumenten zoals de Zevenhuizense molenviergang. In de app hoor je onderweg van alle 20 highlights een kort verhaal. 

Aanpak fietspaden rondom de Rotte

Recreatieschap Rottemeren legt een fietsverbinding aan in de zogenoemde ‘2e ring’ fietspaden in het Rottemeren gebied met als doel de bestaande fietsverbinding langs de Rotte te ontlasten en het verbeteren van de veiligheid van fietsers in het Rottemerengebied. Dinsdag 2 juni zijn de werkzaamheden gestart en ze zullen tot ongeveer eind juli duren

De fietsverbindingen worden aangelegd in de omgeving van Bergschenhoek met de verbreding van het fietspad van de Rottebandreef en de Kooilaan in Bleiswijk. 

Veiligheid fietsers

Met de aanleg van de ontbrekende schakel in de fietsverbinding kunnen snelle en langzame fietsers gescheiden van elkaar gebruik kunnen maken van de recreatieve routes. Hiermee wordt de veiligheid en de rustbeleving voor iedereen verbeterd!
 
Het project omvat het ontwerpen en realiseren van een ontbrekende schakel van ca. 700 m. nieuwe fietsverbinding in de zogenoemde ‘2e ring’ fietspaden in het Rottemeren gebied. Met deze nieuwe verbinding wordt het fietspad dat langs de Rotte loopt ontzien.

Het dagelijks bestuur van het recreatieschap heeft besloten om het groot onderhoud aan het bestaande fietspad langs de Rottebandreef gelijktijdig uit te voeren met de aanleg van de ontbrekende schakel in de fietsverbinding. Om het nieuwe fietspad goed te laten aansluiten wordt het bestaande fietspad verbreed van 3 naar 3,5 meter. Door beide opgaven gelijktijdig uit te voeren worden de middelen efficiënt ingezet en wordt de overlast voor de omgeving beperkt. De nieuwe fietsverbinding wordt goed ingepast in het landschap. 

Er komt een lokale omleiding voor fietsers via de Rottedijk. Ten behoeve van de fietsomleiding komt op de Rottebandreef een tijdelijke versmalling over ongeveer 100m, waarbij auto’s door middel van een voorrangssituatie om beurten het vak kunnen passeren. Automobilisten kunnen hier enige hinder van ondervinden.

Samenwerking

De aanleg van de verbinding wordt mede gefinancierd door de Landschapstafel Hof van Delfland. Het Hof van Delfland is bovendien de bron voor dit artikel.

Vang de watermonsters

Gisteren startte ‘Vang de watermonsters’, een landelijk onderzoek naar de kwaliteit van oppervlaktewater. Iedereen kan meedoen aan dit onderzoek door een meetsetje aan te vragen en in de buurt de waterkwaliteit te meten van een sloot, singel of plas. Het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard steunt dit burgeronderzoek en hoopt op veel metingen in hun beheergebied. Het waterschap kan met de extra meetgegevens van amateuronderzoekers een beter beeld krijgen van de kwaliteit van kleine wateren.

 Een goede waterkwaliteit is belangrijk voor de gezondheid van mens en dier. Schoon water is een belangrijke basis voor alles wat groeit en bloeit. Het waterschap meet vooral de kwaliteit van grote wateren. Omdat de vele kleinere wateren ook belangrijk zijn in het hele watersysteem, is hulp om daar extra de waterkwaliteit te onderzoeken van harte welkom.

Samen onderzoeken

Wie de kwaliteit van een watertje in de buurt wil onderzoeken, kan gratis een meetkit aanvragen via de website vangdewatermonsters.nl. Met de meetkit kan iedereen, ook jong en oud samen, als een burgerwetenschapper aan de slag. Zo zit in de meetkit bijvoorbeeld een speciale strip om het nitraatgehalte te meten. Verder bestaat het onderzoek uit het meten van de helderheid van het water en het bekijken van planten en dieren in en om het water.

Net echt

Als de onderzoekers hun meetgegevens en foto’s van de meetlocatie digitaal doorgeven, krijgen zij te zien welke ‘watermonsters’ in het onderzochte water zitten. Al eens gehoord van Guppie, Drollentrol, Spoelbaksel, Drekkula, of Pilzilla? Op de ‘vang de watermonsters’-website kunnen (jeugdige) onderzoekers via een verhaal over watermonsters de onderwaterwereld verder ontdekken.

Leuk en leerzaam

In en om schoon water groeien allerlei water- en oeverplanten en leven watervogels, kikkers en insecten. Onder water schuilen vissen en andere diertjes tussen de waterplanten en vinden daar hun voedsel. Voor deze biodiversiteit is een goede waterkwaliteit belangrijk. Tijdens het onderzoek krijgen de deelnemers tips over wat zijzelf kunnen doen om te zorgen dat de waterkwaliteit goed blijft of verbetert.

Onderzoeksresultaten

Natuur & Milieu, initiatiefnemer van dit burgeronderzoek, organiseert deze landelijke waterkwaliteitsmeting samen met ASN Bank, waterschappen en de Nederlandse Waterschapsbank. Gezamenlijk hebben zij hiervoor 15.000 meetkits op voorraad. De resultaten van dit citizen scienceproject publiceert Natuur & Milieu in het najaar van 2020 in een uitgebreid onderzoeksrapport. Hiervoor worden de metingen van honderd locaties nagemeten door wetenschappers van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) en worden de ingezonden onderzoeksgegevens geanalyseerd. De meetgegevens en de uitkomsten van het burgeronderzoek kunnen meer inzicht geven in de waterkwaliteit van kleine wateren. Waterschappen kunnen deze informatie benutten voor maatregelen om vervuiling aan te pakken. Bronnen van vervuiling zijn bijvoorbeeld mest en bestrijdingsmiddelen vanuit de landbouw en glastuinbouw en stoffen die al dan niet via het riool in het milieu komen, zoals medicijnresten, bak- en frituurvet en klus- en verfresten. Ook als door hoosbuien het riool overstort en rioolwater ongezuiverd terechtkomt in het oppervlaktewater, heeft dat direct effect op het doorzicht en nitraatgehalte van het water in singels, sloten en plassen.

Activiteiten
Kalender
Op de kaart
Bucketlist
Mijn account