In het verhaal achter het kunstwerk nemen we maandelijks een kunstwerk dat aan of nabij de Rotte staat onder de loep. Deze maand is het de beurt aan de Hortus Conclusus. De Hortus Conclusus is te vinden tussen de tunnels onder A12 en de spoorlijn.
Betekenis
De fietstunnel is het decor voor een onverwachte sprookjeswereld: een paradijselijke tuin met afbeeldingen van vogels uit het Rottemerengebied. Deze ‘besloten tuin’ verbeeldt de vermenging van natuur en cultuur. In de tuin zelf staan witte beelden van 5 dieren: een hondje, een eenhoorn, een leeuw, de haas en een lam. Dit kunstwerk is geïnspireerd door het verhaal "De Dame en de Eenhoorn". Dat verhaal gaat over een rijke jonkvrouw die vaak in haar tuin (Hortus) te vinden is. De tuin is omringd en dus afgesloten door een laag muurtje. In de tuin speelt ze met de 5 dieren. In het kunstwerk komen dus duidelijk de aspecten van het verhaal terug. Het kunstwerk bevat ook een laag muurtje aan beide kanten. In de muur zitten allerlei silhouettes van dieren die in het Rottemerengebied terug te vinden zijn, zoals het woudaapje, de nachtegaal of wielewalen.
De kunstenaars
De Hortus Concensus is ontworpen door de kunstenaars Margot Berkman en Eline Janssens Sinds 1997 ontwerpen en realiseren Berkman en Janssens kunst voor de openbare ruimte. Ze laten zich inspireren door niet de minste kunstenaars: Hockney, Picasso, Matisse en Oscar Wilde. Als vaker, vormde ook voor de ‘Hortus Conclusus’ de zesdelige, laatmiddeleeuwse wandtapijtenserie ‘La Dame à la Licorne’ (Musée National du Moyen Age, Cluny Parijs) de inspiratiebron voor het duo.
In het verhaal achter het kunstwerk nemen we maandelijks een kunstwerk dat aan of nabij de Rotte staat onder de loep. Deze maand is het de beurt aan de M.S. Rottebocht. De M.S. Rottebocht is te vinden aan de Zaagmolenkade in Rotterdam.
Betekenis
De M.S. Rottebocht is een vervolg op een eerder gelijknamig kunstwerk ontworpen door Cor Kraat met als opdrachtgever de gemeente Rotterdam. Het eerdere kunstwerk, een wandreliëf, stond op de kopse kant van Zwaanhals 114 op een pand dat gesloopt moest worden. Daardoor werd de nieuwe M.S. Rottebocht ontworpen. Het beeld suggereert door middel van een dynamisch lijnenspel een schip in beweging op hoge golven. De M.S. staat voor het motorschip. Dit motorschip, landinwaarts varend, staat symbool voor de vroegere verbinding van de Rotte met de Nieuwe Maas. Sinds de aanleg van de metro en het Churchillplein rond 1960 is er geen open verbinding meer met de Nieuwe Maas. Kraat heeft het beeld ontworpen in het kader van de herinrichting van de Zaagmolenkade, die onder andere heeft geleid tot een wandelboulevard langs de Rotte: een hardhouten vlonder op een stalen constructie, die half op de kade ligt en half over het water hangt. In 2019 werd het beeld blauw geverfd, op verzoek van Kraat.
De kunstenaar
Cor Kraat (geboren 28 september 1946) heeft na het afronden van zijn opleiding Beeldende Kunsten aan de Rotterdamse Academie een hoop bijgedragen aan de Rotterdamse Straatkunst. Kraat is onder andere verantwoordelijk voor het ontwerpen van de Delftse Poort, de Kraatpaal en de glazen entree van stadion de Kuip (het stadion van Feyenoord Rotterdam).
In het verhaal achter het kunstwerk nemen we maandelijks een kunstwerk dat aan of nabij de Rotte staat onder de loep. Deze maand is het de beurt aan de Totempalen in Bleiswijk. We spraken onder andere met Gerrit van der Knaap van de Oudheidkundige Vereniging en Museum Bleiswijk en vroegen naar zijn verhaal over de Totempalen.
Hoe is het idee voor het kunstwerk ontstaan?
“Zo’n 10 jaar geleden werd de Bleiswijkse Fles geopend, dat is het gebied boven de Bleiswijkse Zoom. Er was toen een openingsfestiviteit, waar er een opblaasbare molen heeft gestaan en er een marktje is geweest. Door kunstenaar Everardus Smit zijn er aantal houtsculpturen (de Totempalen) ontworpen. Deze heeft Smit zelf gezaagd. Het zijn 7 van zulke houtsculpturen in totaal. Er staat er 1 bij Elysium en 6 langs het fietspad (het dichtbijzijnde fietspad vanuit het Elysium). De houtsculpturen vertellen een verhaal en heten de wachters van Bleiswijk. De kunst is niet zozeer de vorm of iets dergelijks, maar dat ze met een motorzaag uitgezaagd zijn door een Nederlands kampioen. Dat is erg knap. Ze zijn gemaakt met gedachte dat ze zouden vergaan na verloop van tijd. Een paar jaar geleden werden er veel bomen fors gekapt en dus werden de sculpturen weer beter zichtbaar. Ze stonden verborgen, maar nu vol in de zon, waardoor ze beter bewaard blijven. Ook de vogels gaan er niet opzitten.”
Betekenis
De wachters van Bleiswijk zijn afgekapte boomstammen die er al stonden met de wapens van de opdrachtgevers (gemeentes, provincie en recreatieschap). Ze stellen voor: een ridder, Franse soldaat, Viking, Spaanse Soldaat, Romeinse soldaat en een oude Chinese tovenaar. De naam van het project luidde ‘Strijdbaar door de tijd’. De totempalen zijn gezaagd uit hout van populieren uit de Bleiswijkse Zoom. Het is dus helemaal Bleiswijks!
In het verhaal achter het kunstwerk nemen we maandelijks een kunstwerk dat aan of nabij de Rotte staat onder de loep. Deze maand is het de beurt aan de Rotte kijkers. We vroegen Lieven Poutsma van het Observatorium naar zijn verhaal over de Rotte kijkers.
Hoe is het idee ontstaan?
"Het idee is ontstaan samen met Gérard Steenbergen van 750 jaar dam in de Rotte na een eerder project genaamd Straatkijkers in Rotterdam. De vraag was, hoe kunnen we de route van de Rotte nou accentueren? Hoe kunnen we de plekken nou echt markeren? Langs de Rotte zijn daar niet veel mogelijkheden voor. Die kijker activeert je echt voor wat anders, in plaats van alleen op een bankje zitten leer je nu ook het verhaal achter deze plek. Langs de Rotte wordt veel bewogen, maar er waren nog maar weinig plekken waar je even tot stilstand kan komen en kan genieten. Met de Rotte kijkers proberen we daar verandering in te brengen."
Welke materialen zijn er gebruikt?
"Voor de Rotte Kijkers was een houtsoort nodig die lang goed blijft. Daarom hebben we gekozen voor douglashout. Dit hout is erg duurzaam en dus precies wat we nodig hadden. Het hout zelf komt ook nog dicht bij de Rotte vandaan, namelijk van de Houtlijn in Berkel."
Betekenis van de Rotte Kijker
"De Rotte Kijkers zijn kunstwerken langs de Rotte waar je stil kan staan en genieten van het landschap. Waar je even de tijd kan nemen om te zitten en stil kan staan bij het moment. Eigenlijk zijn alle kunstwerken die bij het Observatorium worden gemaakt plekken waar je vanuit stilstand kan genieten. Al onze objecten proberen een verhaal te vertellen, zo ook de Rotte Kijkers. De objecten vormen een route langs het water, langs de Rotte. Het verhaal van de Rotte bevat natuurlijk veel water en hoe gaan we om met al dat water? Zo is er het verhaal van de oorsprong van de Rotte, het fantastische begin. Bij de Rotte Kijker bij de roeibaan sta je echt ín de Rotte. Aan de ene kant heb je uitzicht over de Rottemeren, aan de andere kant over de Eendragtspolder. Daar sta je dus echt stil, omgeven door het prachtige landschap. De Rotte Kijker bij het Bleiswijkse Verlaat verteld je over de hoogteverschillen van het water. Ze zijn echt gemaakt voor het landschap, waar het nieuwe landschap overgaat in het oude landschap. Waar de snelweg overgaat in de Molenviergang. Dat contrast is wat het landschap nóg mooier maakt."
Poutsma sluit af: "Je merkt ook in het hele proces, het is zo’n mooi gebied en het zijn allemaal verschillende partijen: gemeentes, landschap, bewoners. Allemaal partijen die iets willen zeggen en iets te zeggen hebben over het landschap. Dat maakt het wel mooi. Er zullen ook wel mensen zijn die niet zo blij ermee zijn, al is het maar tijdelijk. Het is dus niet alleen om de stad, ook om de Rotte zelf. Het is echt een belevingsbeeld."
In het verhaal achter het kunstwerk nemen we maandelijks een kunstwerk dat aan of nabij de Rotte staat onder de loep. Deze maand is het de beurt aan de Triade. 'Triade' bestaat uit drie beelden in de drie kernen van de voormalige gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle, nl. Zevenhuizen, Moerkapelle en Oud-Verlaat.
Betekenis
De naam van het kunstwerk Triade komt goed overeen met de daadwerkelijke betekenis van het woord triade. Net als bij de definitie van het woord, kent het kunstwerk 3 objecten die samen een eenheid vormen. De beelden bestaan alledrie uit een boot op een koepel. Ze hebben elk een eigen kleur en een ander voorwerp in de boot, die aarde (rood), water (blauw) en flora (groen) voorstellen.
De beelden
Zoals eerder genoemd, bestaat het kunstwerk dus uit 3 onderdelen. In Oud Verlaat, staat de schroef van Archimedes voor de overwinning op het water. In Moerkapelle staan de spaden symbool voor de gewonnen turf. In Zevenhuizen vind je een gestileerd hoofd, de muze: inspiratiebron voor het menselijk vernuft.
De kunstenaar
De maker van de Triade is Jos Hachmang (Noordwijkerhout, 1957). Na studies in Rotterdam en Engeland is hij les gaan geven in ruimtelijk ontwerpen en heeft hij naast de Triade ook andere openbare kunstwerken op zijn naam staan, zoals de Rode Zon in Noordwijkerhout. Hachmang heeft de Triade in 2009 gerealiseerd in opdracht van de Gemeente Zuidplas.
In het verhaal achter het kunstwerk nemen we maandelijks een kunstwerk dat aan of nabij de Rotte staat onder de loep. Deze maand is het de beurt aan de Ommoordse Kip. De Kip staat bij de toegang naar Kinderboerderij De Blijde Wei op de hoek van de President Wilsonweg en het Kikkerpad.
In 1983 werd er een vrije opdracht gegeven voor het maken van drie kunstobjecten. Het was de bedoeling dat deze drie kunstwerken bij verschillende kinderboerderijen in Rotterdam kwamen te staan. Deze kunstobjecten moesten dus ook gelden als speelobjecten. Kunstenares Ingrid Kruit nam deze taak op zich. Zo werd er in Europoort een gans geplaatst, in Lombardijen een konijn en in Ommoord dus een kip. Waar tegenwoordig de Kip wit van kleur is, was dat oorspronkelijk niet zo. De Kip was in het begin namelijk een echte Barnevelder, met een bruine kleur.
Symbool
De Kip is sinds 1983 een symbool voor de wijk Ommoord geworden. Kinderen vinden het geweldig om erop te klimmen en tal van bewoners of andere bezoekers zijn ermee op de foto gegaan. “Als je bijvoorbeeld de weg moet wijzen, zeg je altijd, bij De Kip linksaf”, legt Peter Buisman uit. Sinds 2015 zijn er ook mini-uitvoeringen van de Kip gemaakt, waarvan er al honderden verkocht zijn. Dat de Kip écht staat voor de wijk Ommoord, blijkt wel uit het feit dat sinds februari 2020 de Kip op de eerste Ommoordse vlag ooit is afgebeeld.
Nieuwe Kip
Het leven van de Kip, die er al 37 jaar staat, is niet zonder slag of stoot verlopen. De Kip is vaak slachtoffer geweest van vandalisme, waardoor de Kip meerdere renovaties heeft moeten ondergaan. Ook is de Kip tal van keren opnieuw geverfd en heeft ze veel verschillende kleuren aangenomen. De Kip heeft zelfs een extra pootje gekregen.
Toch is de Kip nu aan het einde van haar Latijn. Volgens Peter Buisman, voorzitter van de Stichting De Witte Bollen die de Kip beheert, is het tijd voor een nieuwe uitvoering. Het ontwerp voor de nieuwe Kip is gedaan door Ingrid Kruit, die dus ook de Kip in 1983 heeft ontworpen. De stichting is op dit moment druk bezig met het inzamelen van genoeg geld, zodat de nieuwe Kip in 2021 gerealiseerd kan worden.
In het verhaal achter het kunstwerk nemen we maandelijks een kunstwerk dat aan of nabij de Rotte staat onder de loep. Deze maand is het de beurt aan de Bierdrinker, die staat aan de Crooswijksesingel in Rotterdam.
Om te gaan naar de oorsprong van de Bierdrinker, gaan we terug naar de tweede helft van de negentiende eeuw. In die periode, toen de wijk Crooswijk net in aanbouw was, vestigden veel bedrijven zich in de wijk. Dit zorgde voor veel werkgelegenheid voor mensen in de wijk. Na de Tweede Wereldoorlog was Crooswijk nagenoeg helemaal volgebouwd. Door een gebrek aan uitbreidingsruimte vertrokken de meeste bedrijven weer. Waar de meeste fabrieksgebouwen werden vervangen voor woningen, bleef het kantoorgebouw van Heineken staan.
Het bedrijf Heineken vestigde in 1874 haar tweede vestiging in Nederland en deed dat op de hoek van de Rotte en de Crooswijksesingel. Toentertijd werd hiervoor gekozen vanwege de aanwezigheid van natuurlijke bronnen en natuurlijk de goede aan- en afvoermogelijkheden die de rivier de Rotte met zich meebracht. Zo'n 100 jaar later verhuisde Heineken naar Zoeterwoude. Alle fabrieksgebouwen werden gesloopt, behalve het kantoorgebouw. Tientallen jaren later, in de jaren 90, werd dit gebouw overgekocht door Stadsherstel Historisch Rotterdam en werd dit gebouw gronding gerestaureerd. Op een pleintje voor het kantoorgebouw zien we een klein bronzen beeldje, de Bierdrinker, van Huib Noorlander. Een geschenk van Heineken aan de Gemeente Rotterdam als herinnering aan bijna 100 jaar lang nauwe samenwerking van de bierbrouwer met Crooswijk. Door de Rotterdammers wordt het beeld Manneken Pils genoemd.
Boswachter Jonathan Leeuwis blogt over wat hem bezig houdt. Deze blog gaat over een wel hele bijzondere verschijning in het Lage Bergse Bos.
De Rottemeren is een walhalla voor veel vogels. De diversiteit aan water, riet, grasland en bos maakt dat er vele bijzondere vogels voorkomen die je elders in het land maar weinig ziet. Maar dat ik in mijn werk als boswachter van dit gebied ooit een oog in oog zou staan met een heuse OEHOE, dat had ik nooit durven dromen!
Over de Oehoe
Woensdagmiddag rond half 1 voerde Maarten Hoek op waarneming.nl een foto in van een prachtige imposante oehoe in het Lage Bergse Bos. Deze waarneming ging als een lopend vuurtje onder de vogelaars en het duurde niet lang voordat de eerste vogelaars ter plaatse waren. Al snel hadden ze de enorme uil gevonden en kon de drukte beginnen. Wat een ongelofelijk gave vogel! Het maakt indruk op je als deze imposante vogel je diep aankijkt met zijn grote indringende oranje ogen! Met een spanwijdte tot 1,8 meter is de oehoe de grootste uil van Europa. Boven op de kop steken twee 8 centimeter hoge oorpluimen statig omhoog. Op de borst vind je een prachtig verfijnde bruine tekeningen en onderaan de poten zitten klauwen die zo groot zijn als je pink! Alles aan deze vogel is indrukwekkend en laat je gewoon even stil worden als je door de verrekijker kijkt.
Wild of ontsnapt?
Het is zeer bijzonder dat de oehoe ineens opduikt in het Lage Bergse Bos. Het is namelijk nog nooit eerder gebeurd dat deze landelijk zeldzame soort in de Rottemeren is opgedoken. Gelukkig gaat het erg goed met de oehoe in Nederland. De laatste jaren maakt deze uil, die voorheen alleen in Limburg en Overijssel Broedde, een gigantische opmars. Op steeds meer plekken in het land duikt deze spectaculaire soort op. In totaal broeden er al 42 paartjes in ons land! Uniek, want de soort broedt hier pas sinds 1997. De kans is groot dat de oehoe in het Lage Bergse Bos een wilde vogel is, die op zoek is naar een nieuw territorium. Dat is met de opmars van de soort zeker niet ondenkbaar. De oehoe is ook een geliefde vogel bij kwekers en in bijvoorbeeld dierentuinen. Het zou dus ook kunnen dat iemand per ongeluk het kooitje open heeft laten staan en de oehoe het luchtruim heeft gekozen. Bij de vogel in het Lage Bergse Bos zijn geen pootringen of leertjes van kwekers om de poten gezien, wat de kans op een wilde vogel wat aannemelijker maakt.
Wild of ontsnapt, de oehoe trok veel bekijks. Vogelaars uit de hele regio snelde naar het Lage Bergse Bos om te genieten van deze prachtige vogel. Ook voorbijgangers, die even nieuwsgierig kwamen kijken wat deze menigte met grote camera’s en kijkers eigenlijk zag, waren net zo blij en opgetogen als de vogelaars zelf. Want wees eerlijk, vogelaar of niet, oog in oog met zo’n imposant, tot de verbeelding sprekend dier maakt toch op iedereen indruk?!
Jagen
De oehoe heeft de hele dag gerust op hetzelfde punt. Aan het einde van de middag, tegen de schemering, kwam de vogel in beweging om zich klaar te maken voor de jacht. Met zijn enorme klauwen en puntige snavel is het een geduchte jager. Ratten, konijnen, hazen, watervogels, kraaien en zelfs vossen en andere roofvogels en uilensoorten staan op het menu van deze kolossale jongens! Het is dan ook niet gek dat toen de vogel in beweging kwam, er een hele horde van wel 30 zwarte kraaien achter de uil aan gingen. Ondanks het immense kabaal dat de kraaien maakten, liet de uil zich niet gek maken en landde gewoon weer rustig in een boom. Een filmpje hiervan vind je op het Instagram kanaal van boswachter Jonathan Leeuwis.
Zit de Oehoe er nog?
De kans is groot dat de uil in de nacht van 18 op 19 januari is weggevlogen. Ondanks dat er op de 19e nog door verschillende mensen is gezocht, was de uil net zo spontaan als hij verscheen, ook weer verdwenen.
Deze oehoe laat weer zien waarom ik zo van mijn werk en van de natuur houd. Het is in de natuur altijd een verrassing wat je tegen komt. De ene keer zie je alleen maar wat wilde eenden of houtduiven, de andere keer kom je thuis met, ik noem maar wat, een oehoe.
Boswachter Mark Kras blogt over wat hem bezig houdt. Deze blog gaat over vuilnisbakken en het verwerken van afval.
“Zo, ik ben weer leeg. Klaar voor een nieuwe week. Daar was ik wel aan toe. Kreeg het knap benauwd. Zat al de hele zondag met vier pizzadozen overdwars. Ja bizar, ik schrok me rot. Zag die pizzabezorger zo het bos binnen scheuren. Nog los van de herrie: hij reed bijna een dame met haar hondje van haar sokken. Ze kon hem nog net in veiligheid brengen. Zelfs toen ze het zakje met hondenpoep bij me naar binnen gooide, keek ze nóg schichtig om zich heen. Niet dat ik op dat zakje zat te wachten, maar het is natuurlijk logisch dat ze het niet mee naar huis neemt en die zakjes verteren nauwelijks sneller dan plastic, dus achterlaten in het bos is vragen om zieke dieren. Tja, dat blijft een dilemma.”
Nieuwe bak, zojuist geleegd. foto Mark Kras
Oude bak
“Ik sprak laatst een oude bak. Je weet wel zo’n betonnen exemplaar zoals die hier al tientallen jaren staan. Hij klaagde dat ze nu echt met minder waren en miste zijn oude maten. Hij wist niet dat wij nieuwe twee keer zoveel afval kunnen opvangen.
Hij was verbaasd toen ik het hem vertelde. Op het eerste gezicht had hij dat zo niet ingeschat. Hij vond ons wel opzichtig, maar had niet het idee dat we zo groot waren. Ik vond hem maar een chagrijn.
Hij vertelde dat hij het bos al een tijdje zat was. Om de haverklap werd hij omgegooid. Daar lag ie dan een dag of twee als een dom blok beton in het bos. Tot de boswachters kwamen om hem met veel gedoe weer overeind te krijgen met een trekker en spanbanden. Daarmee kreeg hij meer aandacht dan waarop ie zat te wachten.
Wij zijn juist zo geplaatst dat we je aandacht trekken en je ons makkelijk kan zien.
En het werkt: je ziet mensen van hun picknickplek onze kant oplopen om hun afval hier achter te laten.”
Oude bak op zijn kant. foto Mark Kras
Toch nog in de bak
“Maar niet alle mensen hè. Die van het goedkope bier en die blikjes met de rode stier niet. Zou dat spul je hersens aantasten? Laatst zag ik een van hen een blikje helemaal kapot maken. Als scheurend en draaiend wist hij er een soort kunstwerkje van te maken. Het leek wel een blikken bloem. Even dacht ik dat ie het kunstwerkje keurig mee zou nemen. Je weet wel zoals de boswachter steeds zegt: ‘Neem je afval mee naar huis. ’En dit was niet eens meer afval, het was best aardig gemaakt. Tot mijn stomme verbazing gooide hij het achteloos achter een van de bankjes. Ik hield mijn hart vast. Die blikken bloemblaadjes hadden vlijmscherpe randen. Het heeft daar uren liggen wachten op een kind dat zijn vingers er aan zou snijden. Of een hond die lelijk zijn bek er aan open kon halen. Gelukkig zag één van die vrijwillige vuilrapers het en wierp het in mijn opening.”
Onvolprezen vrijwilligers ruimen vuil. foto Hans Borgman
Samenwerken
“Je ziet dat steeds vaker hè. Mensen die misplaatst vuil van anderen opruimen. Vroeger was het alleen de aannemer die door de boswachter gestuurd was, en als er erg veel vuil in het bos was dan deden de boswachters zelf een extra ronde. Maar nu zie je steeds meer mensen met een grijper en een vuilniszak.
Geweldig vind ik dat soort mensen. Er is zelfs een echte raaptroep in het Haagse Bos. Samen houden ze de boel behoorlijk schoon. En dat is goed nieuws voor de natuur. Zeker nu het lente is en er de komende tijd jonge eekhoorns uit de bomen komen en vosjes rond gaan struinen.”
Pensioen
“Toch zou het mooi zijn als we binnenkort met pensioen zouden kunnen. Het zou een boel belastinggeld schelen als alle bezoekers hun vuil mee naar huis namen en alleen een kleine bak voor hondenpoep aan de randen genoeg was. Maar voorlopig nog maar even opvallen en pizzadozen en blikjes wegschrokken.”
Het Haagse Bos is het thuis voor de eekhoorn. foto Mark Kras
Boswachter Dick van Stegeren blogt over wat hem bezig houdt. Deze blog gaat over het baggerdepot.
Het tijdelijke baggerdepot dat werd gebruikt voor de opslag van het slib dat vrij kwam bij de natuurherstel werkzaamheden van de Bleiswijkse Zoom wordt binnenkort zaai klaar gemaakt. Na opdrogen wordt het voormalige baggerdepot netjes vlak gemaakt en vervolgens geëgaliseerd. Dan wordt er een zaaibed gemaakt waarna er half april eenmalig gerst wordt ingezaaid. Na de oogst wordt deze 5 hectare definitief ingezaaid met een bloemrijkgraslandzaadmengsel.
Gunstige invloed
Het eenmalige inzaaien met gerst heeft een gunstige invloed op de bodemgesteldheid omdat het de structuur van de bodem verbeterd. Daarnaast wordt op deze manier ook een oud Hollandse gerstsoort in stand gehouden. Afhankelijk van het succes van de oogst zal na het deel dat nodig is voor het (historisch) graanarchief de rest van de oogst lokaal ingezet worden voor de productie van bijvoorbeeld traditioneel brood of bier.
Goed voor de biodiversiteit
Daarnaast zitten er in die oude graansoorten ook nog vaak resten van oude akkerbloemen die in modern geteelde granen niet meer voorkomen. Insecten en bijen profiteren van die bloemen en vervolgens dienen die insecten weer als voedsel waarmee vogels hun jongen voeden.
bloemrijk grasland
Succes oogst
Het succes van de akker is afhankelijk van de weersgesteldheid en in hoeverre muizen, duiven en andere vogels de akker met rust laten. Half april wordt er oud Hollandse zomergerst ingezaaid. Na verwachting kan er dan rond begin augustus geoogst worden. Het stoppelveld dat achter blijft na de oogst wordt vervolgens ondergespit en kort daarna ingezaaid met diverse soorten bloemrijkgraslandzaadmengsels. De bloemen die in het voorjaar gaan bloeien op deze graslanden zijn belangrijk als voedselvoorziening voor insecten en bijen en zorgen hiermee voor een grotere biodiversiteit in de Bleiswijks Fles.
Natuur Herstel
Het baggerdepot in de Bleisweikse Fles is ontstaan doordat er verschillende maatregelen nodig waren om de waterkwaliteit in de Bleiswijkse Zoom te verbeteren om daarmee de zwemgelegenheid, natuurwaarden en de biodiversiteit van het gebied te waarborgen. Eén van die maatregelen was het verwijderen van slib van de bodem en de aanleg van natuurvriendelijke oevers. Voor de opslag van de vrijkomende bagger was een depot nodig. Nu met het opheffen van het depot en het inzaaien ervan is de laatste hand gelegd aan dit mooie project waarbij de balans tussen wat er groeit en bloeit, de waterkwaliteit en biodiversiteit in het gebied weer een stuk verbeterd is.
Dankzij de goede samenwerking tussen Het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, Recreatieschap Rottemeren, gemeente Lansingerland en Staatsbosbeheer heeft hier een mooi stukje natuurherstel plaats gevonden.
Boswachter Dick van Stegeren blogt over wat hem bezig houdt. Deze blog gaat over het maaibeheer in de Rottemeren
De laatste tijd krijg ik steeds vaker telefoontjes en e-mails met vragen over hoe vaak we eigenlijk maaien in de Rottemeren. Door de toenemende interesse in natuur willen steeds meer mensen precies weten waarom en op welke manier we onze gebieden beheren. Met name kan de wijze, het moment en de frequentie van maaien van graslanden, bermen, ruigten en oevers een rol spelen om de biodiversiteit te verbeteren. Vooral bloemen, zowel de hoeveelheid als de soorten kun je met je maaibeheer beïnvloeden. Zeker nu er de laatste jaren veel aandacht is voor de achteruitgang van het aantal insecten, die vaak afhankelijk zijn van bloemen merk je dat er opeens veel vragen komen over hoe wij eigenlijk maaien in de Rottemeren. En best wel terecht. Een goede reden dus om weer eens een keer kritisch te kijken naar hoe het maaibeheer is georganiseerd. De afgelopen tijd is daar dan ook vanuit het beheer veel aandacht aan besteed. Maar niet overal kan je zomaar de frequentie van maaien veranderen. Want je hebt ook rekening te houden met recreatieve functies en verkeers-, water- en sociale- veiligheid.
Maaibeheer
Met het maaibeheer wordt bepaald met welke machines en hoe vaak we per jaar ergens maaien. Op welke manier het recreatieschap Rottemeren haar maaibeheer uitvoert ligt aan de bestemming en functie van het perceel. We spreken dan over doeltypen. Voorbeelden daarvan zijn; Bermen, Bloemrijkgrasland, Dijken en waterkeringen, Moeras en rietland, Recreatief grasveld etc. Doeltypen kunnen dan ook nog worden onderverdeeld in bijvoorbeeld intensief of extensief, afhankelijk van het gebruik. Denk daarbij aan bijvoorbeeld een perceel met hoog gras waarop banken en prullenbakken staan. Direct rond die voorzieningen wil je het gras kort houden om de bereikbaarheid ervan te waarborgen en zal je dus frequenter maaien.
Kosten
Omdat er kosten aan het maaien verbonden zijn, en het via een jaarlijkse cyclus gebeurt, is het een vaste post op de begroting van het reguliere onderhoud. Het veranderen van de frequentie en het inzetten van een andere soort maaimachine heeft dus ook allerlei financiële consequenties. Soms zelfs juridische, omdat er ook (meerjarige)werkafspraken gemaakt zijn met aannemers die de maaiwerkzaamheden uitvoeren. Waarbij het niet altijd goedkoper is om minder te maaien omdat een consequentie daarvan kan zijn, dat het maaisel niet meer kan blijven liggen maar afgevoerd dient te worden. Dat maakt het juist weer duur.
Doeltypen
In de Rottemeren onderscheiden we verschillende doeltypen met hun eigen maaifrequenties.
Moeras, rietland en natuurvriendelijke oevers
Jaarlijks wordt 1/3 van het areaal gemaaid. Zodat in een cyclus van 3 jaar, al het riet in de Rottemeren een keer gemaaid is. Dit doen we om ten alle tijden zowel 1-jarig, 2-jarig als overjarig riet te hebben staan. Verschillend leeftijden riet herbergen verschillende soorten flora en fauna. Daarnaast wordt bij lange oevers steeds 200 meter gemaaid en dan weer 400 meter niet. Hierdoor hou je de diversiteit op kleine schaal in stand en bovendien blijft het zicht op het water op deze manier gewaarborgd. Het maaien gebeurd met een kraantje waarop een maaikorf aan een arm zit. Het riet word afgevoerd. Houtige gewassen die in de oevers staan, zoals bijvoorbeeld wilg worden met een kraan verwijderd.
Ruigtes
Ruigtes zijn begroeiingen die bestaan uit een mix van hoog opschietende overjarige kruiden, struiken en houtig opschot, zoals bijvoorbeeld brandnetels, distels en bramen. Deze plekken zijn een belangrijke plaats waar vogels kunnen nestelen en foerageren. Konijn en fazanten vinden er dekking en insecten rust en verblijfsplaatsen. Eens in de 3 jaar worden deze plekken gemaaid. Steeds 1/3 van het areaal. De houtige gewassen worden er uitgetrokken.
Bloemrijk grasland
Bloemrijke graslanden langs de Rotte
Dit zijn percelen die bestaan uit verschillende grassoorten, kruiden en bloemen met een natuurlijke uitstraling. Dit zijn de percelen in de Rottemeren die veelal massaal geel opbloeien met koolzaad, fluitenkruid en geel raapzaad. Een waar paradijs voor insecten en bijen.
Er zijn twee verschillende maairegiems op van toepassing waarbij het maaisel wordt afgevoerd.
1 keer per jaar maaien en afvoeren. Dit gebeurd eind augustus. Het afvoeren van het maaisel is om te verschralen. In Nederland geldt in het algemeen hoe schraler de grond des te beter voor de biodiversiteit. Op schrale grond bloeien andere kruiden dan op de doorgaans rijke Nederlandse bodems.
2 keer per jaar maaien en afvoeren. Dit gebeurd dan eind juni en in de tweede week van september. Hierdoor verschraalt de bodem zelfs nog beter.
In de Eendragtspolder in het plas dras/gebied worden er op enkele graspercelen zogenaamde faunastroken in stand gehouden. Dit zijn stroken van 2 meter breed waar in een bepaald jaar niet gemaaid wordt. Deze stroken met hoog opgaand gras en kruiden fungeren als foerageer en verblijfsplaats voor dieren en insecten.
Schouwstroken
Op de meeste watergangen in de Rottermeren zit een schouwplicht. Dat betekent dat de watergangen goed bereikbaar dienen te zijn via schouwstroken op de oevers. Deze stroken worden 3 keer per jaar gemaaid met de klepelbak. Door het klepelen wordt het maaisel verpulverd. De grasresten komen tussen het gras. Hierdoor ontstaat een viltlaag waardoor de draagkracht van het schouwpad beter wordt. Zware machines voor het schonen van de watergangen kunnen daardoor veilig langs de oevers rijden.
Recreatief grasveld
Dit zijn de plekken om te picknicken, te spelen, te barbecueën en de hond uit te laten. Deze gebieden worden 6 keer per jaar gemaaid met de klepelbak. Ook bij kruisingen en waar de verkeersveiligheid dat vraagt wordt er zes keer gemaaid.
Bermen en natuurpaden
gemaaide bermen
Bermen worden 7 keer per jaar gemaaid met de klepelbak. Dit zijn grasstroken van minimaal een meter langs de wegen, fiets- en voet- paden. De bermen hebben een stevige ondergrond en kunnen plaats bieden aan allerlei straatmeubilair. Verkeersveiligheid en het voorkomen van het overgroeien van het pad zijn de reden voor het frequente maaien. Ook natuurpaden worden 7 keer gemaaid.
Gazon
speelweide
Dit zijn bijvoorbeeld evenement-terreinen, de dagkampeer-terreinen, speelweiden en andere percelen met intensieve recreatie. Deze grasvelden worden met de cyclomaaier 18 keer per jaar gemaaid. Daarnaast worden deze velden regelmatig geverticuteerd, bemest, belucht en bezand. Vaak zijn deze percelen ook gedraineerd.
Sloten
In de sloten worden de waterplanten 1 keer per jaar gemaaid. Het maaisel wordt afgevoerd.
Dijken
In het kader van veiligheid en dijkinspecties wordt voor het broedseizoen de eerste snee gemaaid. Daarna worden de dijken nog zes keer gemaaid.
Wij liepen mee met boswachter Gino Hartman. Hij vertelt je over het proces van de bomenplanting en het belang van een divers bos! #oppadmetdeboswachter