
Bosonderhoud en Blessen
Wij liepen mee met boswachter Mark Vermeulen. Hij vertelt je over zijn werk als boswachter, boomonderhoud en wat er allemaal bij komt kijken. #oppadmetdeboswachter
Wij liepen mee met boswachter Mark Vermeulen. Hij vertelt je over zijn werk als boswachter, boomonderhoud en wat er allemaal bij komt kijken. #oppadmetdeboswachter
Wij liepen mee met boswachter Bert de Zeeuw van Staatsbosbeheer. Hij vertelde over zijn werk als boswachter/handhaver en over de Schotse Hooglanders! #Oppadmetdeboswachter
Boswachter Mark Kras blogt over wat hem bezig houdt. Deze blog gaat over wielrenners in de natuur.
Bijna boven. Eindelijk wordt de weg vlakker. Mijn buurman is al een tijdje uit het zicht verdwenen. Aan de voet van de berg was het stijgingspercentage al 14%. Snel werd duidelijk, wat ik al wist, hij is een betere klimmer dan ik.
Later werden de percentages lager en ging ik een tempo rijden waarbij ik niet alle steentjes in het asfalt kon tellen. Voor me zie ik een supermarkt en een horecagelegenheid. De weg draait achter de supermarkt weer omhoog. Daar ligt het steilste stuk van de Planche des Belles Filles:
Alsof je honderd meter een schuin dak van een huis op fietst. Tot tien meter onder de finish, zoals hij op 19 september in de Tour etappe is getrokken, weet ik mijn pedalen in beweging te houden. Dan val ik stil, en bijna om. Ik stuur onvrijwillig mijn fiets de berm in, klik mijn pedaal uit en hijg zoals ik nog nooit heb gedaan. Mijn ribbenkast trekt mijn longen uit elkaar om hectoliters zuurstof naar binnen te zuigen.
Nog tien meter. Kom op, gaan! Ik stuur mijn fiets haaks de weg op, klik mijn pedaal in en draai weer naar boven. Staand op de pedalen kom ik vijf meter hoger. Weer de berm. Ik herhaal de truc nog één keer en ben boven. Wandelaars kijken me verwonderend aan. Een mountainbiker fietst schijnbaar gemakkelijk de 20% helling op, langs me heen en gunt me geen blik waardig. Dus dit is het om een col van de eerste categorie uit de Tour de France te beklimmen. Ik voel trots voor mezelf, ontzag voor de berg en bewondering voor de renners die hier de 19e september tegenop zullen rijden.
Eenmaal op adem gekomen ga ik nog een stukje hoger en tref mijn buurman op de echte top van de berg. We feliciteren elkaar. Het hele jaar hebben we duizenden kilometers door het Zuid-Hollandse landschap gefietst. De coronamaatregelen in het oog houdend was het dé manier voor ons vijftigers om fit te blijven. Iedere woensdagavond en op zondagochtend rijden we met verschillende buurmannen rondjes. Dat gaat in een vlot tempo en steeds op een plek waar voldoende ruimte is voor een groepje mannen in lycra. We houden elkaar om beurten uit de wind en proberen zo goed mogelijk rekening te houden met anderen. Onderling waarschuwen we elkaar met kreten als: Voor! Tegen! Achter! Paaltje! En gebaren met arm en hand om zo veilig mogelijk onze rondjes te rijden. We groeten en bedanken mensen die wat ruimte voor ons maken, als we hen met een gepast belletje waarschuwen voor onze komst. Eenmaal thuis gekomen zitten we op het muurtje in de straat en praten we na over de tocht. Onze kinderen fietsen rondjes om ons heen. We praten over mooie tochten, handige fietsspullen en over dingen die we onderweg hebben gezien.
Regelmatig wordt er naar mij gekeken als we door een natuurgebied zijn gereden. Eikenprocessierups, inrichting van paden, gedrag van bezoekers; boswachters weten daar van alles van. De laatste maanden is er veel te doen geweest over de drukte in onze gebieden en het gedrag van bezoekers. Krantenartikelen, tv-programma’s radio-interviews; er is nogal wat discours over de toegenomen drukte. Wat me daarbij vooral opvalt, is de neiging om eerst mensen in een hokje te duwen en dan de misstanden aan de orde te stellen. Vanuit het hokje komen mensen aan het woord. Zo staan al snel groepen mensen tegenover elkaar. In plaats van hoor en wederhoor is het vooral spreek en ‘weerspreek’. Op het muurtje met de buurmannen bestaat ook die neiging. Maar langzamerhand komt bij mij steeds meer de gedachte op dat we vooral door ons in elkaars ervaring te verplaatsen samen meer kunnen genieten van bezoeken aan ons mooie landschap.
Onlangs passeerden we in een fietstunnel een dame op een e-bike. Voor ons gevoel ging dat prima. Er was ruimte genoeg. De dame was duidelijk verrast (goedgesmeerde racefietsen hoor je nauwelijks aankomen) en riep ons geïrriteerd wat nare dingen na. We waren duidelijk niet de eersten die haar hadden ingehaald. Ook ik erger me wel eens aan anderen. Iemand die onverwachts oversteekt, een hondenbezitter die een onrustige hond – aan een lange lijn – aan zijn buitenzijde heeft lopen langs een fietspad, een mountainbiker die breeduit uitrolt na een heftig stukje MTB-parcours, een ruiter die in galop een kruising oversteekt. Die irritatie kan best lang in mijn hoofd blijven hangen en als de volgende snel erop volgt, wordt het er niet beter op. Na het incident in de tunnel realiseerde ik me op het muurtje met de buurmannen ineens twee dingen die ik me voortaan in mijn hoofd prent: erger je niet of laat het los. Het helpt je niks en iedereen die op pad gaat wil genieten en weer veilig thuiskomen.
Ik moet eerlijk zeggen: het lukt niet altijd, maar als het lukt geeft het toch elke keer een voldoening. Niet zoveel als de klim naar de top van de Planche de Belles Filles, maar misschien is het een langere tocht die we met zijn allen moeten gaan om te leren omgaan met de toegenomen drukte in de buitengebieden. En mocht je de 19e september voor de tv hebben zitten kijken naar de legendarische touretappe naar Planche des Belles Filles. Dat laatste stukje… het is alsof je een schuine dak van een huis oprijdt. (vraag het maar aan Primož Roglič)
De fietsbonden KNWU en NTFU en de Fietsersbond geven cursussen. De NTFU heeft er een voor racefietsers om veiliger en socialer hun hobby uit te oefenen; de wegkapitein. Voor ouderen is er de e-biketraining en de Fietsersbond heeft een fietsschool. Zeker de moeite waard om eens te bekijken.
Boswachter Dick van Stegeren blogt over wat hem bezig houdt. Deze blog gaat over Boswachterspad de Bergse Bossen.
Het wordt steeds bekender. De gunstige uitwerking van een flinke wandeling voor je fysieke en geestelijke gezondheid. Doe je dat ook nog eens in een groene omgeving dan worden die voordelen nog eens extra versterkt. Zeker voor mensen in een stedelijke omgeving is de mogelijkheid om een wandeling in het groen kort bij huis te kunnen maken een weldaad voor de gezondheid. Met de komst van het boswachterspad Bergse Bossen is er voor iedereen in de omgeving Rottemeren een nieuwe leuke en afwisselende wandelroute ontwikkeld. Ben je niet bang voor een paar uur flink doorstappen door heuvels, bossen en weiden en langs sloot, rivier en plas kom dan naar de Rottemeren en wandel het boswachterspad Bergse Bossen.
Het startpunt is bij de parkeerplaats op de Mollenplaats in het Lage Bergse Bos. De route heeft een lengte van ongeveer 10 kilometer en gaat deels over verharde wegen, maar ook over gravelpaden en onverharde wegen. De route kun je downlaoden via: https://www.staatsbosbeheer.nl/routes/rottemeren/boswachterspad-bergse-bossen
De wandeling gaat langs het veenriviertje de Rotte. Naamgever van Rotterdam. Het is zomer en overal langs de oever zie je nu riet met grote pluimen, Lisdodden met hun kenmerkende bruine kolven en natuurlijk gele lis en hier en daar Egelskop. Dan opeens de geur van watermunt. Niet altijd goed te zien tussen al die weelderige oevervegetatie. Maar je neus verraad hem. Op het water veel Meerkoeten en, soms door elkaar heen boeren-, huis- en oever- zwaluwen op jacht naar insecten.
Langs de hele route, overal bloeiende grassen en planten met daarboven zoemende insecten. Kijk! Daar staat een ordinaire smeerwortel. Niets bijzonders zou je zeggen. Je ziet ze hier overal. Maar voor insecten en met name voor langtongige hommels zijn het een belangrijke bron van nectar. Bovendien wordt de Smeerwortel ook nog eens als belangrijk geneeskrachtig kruid beschouwd. Een zalfje van smeerwortel zou helpen tegen zwellingen, verstuikingen, Hernia en zelfs botbreuken. Hij bloeit van april tot augustus met bloemen die van kleur variëren van wit tot diep paars.
De tocht voert je door het Hoge Bergse Bos. Die is begin jaren 80 aangelegd op de heuvels van een voormalige puinstort. Hier is een gevarieerd landschap ontstaan van open weides met groepjes bomen en struiken waar konijnen en fazanten zich thuis voelen. Er is een bonte verscheidenheid aan konijnen, veelal nazaten van losgelaten knuffel konijnen van kinderen hier uit de omgeving. In de lucht zie je hier vaak torenvalken. Biddend hangen ze hier bijna stil in de lucht spiedend naar prooien.
Dan loop je door De Wiebertjes. Ooit als kunstwerk aangelegd. Nu een laaggelegen stukje moeras dat door de vrijwilligers van Natuur en Vogelwacht Rotta wordt bijgehouden. Met zeis en handzaag houden ze hier riet en boom in toom en hopen op terugkeer van orchis en ringslang. Nu al profiteren een groot aantal (riet)vogels van hun noeste arbeid. Je ziet en hoort de kleine Karekiet, Blauwborst, Rietgors en Rietzanger als je goed oplet.
Vervolgens kom je op heuvel B bij de uitkijktoren. Tot 2014 lag er nog een bos op deze heuvel. Maar omdat de grondlaag tussen het puin en het maaiveld te dun was geworden, moest het bos gekapt worden om de leeflaag weer op veilige dikte te brengen. Een nieuw beplantingsplan met doorkijkjes en zichtlijnen moet er voor zorgen dat hier over een aantal jaren weer een nieuw bos zal verijzen. Onder je zie je de klimmuur en een kampement van Outdoor Valley. Op een zomerse dag kan het hier een drukte van belang zijn met klimmers, kanoërs, survivallers en mountainbikers.
De tocht gaat verder langs het Hoekse moerasbosje. Een mooi, rustig en bijzonder nat natuurgebiedje. De populieren staan hier veelal met hun voeten onder water. Hierdoor zullen er bomen afsterven en zal er staand dood hout ontstaan. Weer wat later ontstaan er dan wat grotere natuurlijke open plekken als die bomen omvallen. De natuur profiteert daar volop van. Holenbroeders kunnen wonen in de dode bomen. Pioniers planten vestigen zich op de open plekken. Nu al komt er een grote verscheidenheid aan bos- en riet-vogels voor. Met regelmaat werd hier de Wielewaal gehoord en gezien in de hoge toppen van de populieren.
Het laatste gedeelte van de route gaar door het Lage Bergse Bos. Misschien zie je wel een bonte of groene specht. Er zijn nu volop insecten, en spechten zijn daar dol op. Als er na de zomer bijna geen insecten meer zijn, is de specht in staat om over te gaan op een menu van noten en zaden.
Een gedeelte van de wandeling gaat hier door een perceel met allemaal wilgenbomen. Terwijl het prachtig weer is voel je dan soms opeens allemaal spetters. Die regen wordt veroorzaakt door de larven van de wilgenschuimcicade. Die gebruikt het boomsap van de wilg als bescherming tegen uitdroging en tegen natuurlijke vijanden zoals vogels. Hij heeft naaldvormige monddeeltjes waarmee hij aan twijgen zuigt. Hij klopt het sap op tot een witte schuimachtige substantie. Er wordt vaak zoveel schuim geproduceerd dat veel vocht naar beneden druppelt. Cicaden heten daarom ook wel spuugbeestjes.
Hiermee zijn we aan het einde van het boswachterspad Bergse Bossen gekomen. Wilt u nog meer wandelen? Bekijk de andere boswachterspaden.
Bron: https://www.boswachtersblog.nl/zuid-holland/2020/06/26/boswachterspad-de-bergse-bossen/
Boswachter Jonathan Leeuwis blogt over wat hem bezig houdt. Deze blog gaat over snacken in de natuur!
Wildplukken is iets waar ik me nooit zo me bezig hield. Ik vond het altijd maar vreemd, mensen die “onkruid” gingen eten. Ondertussen is mijn mening aardig bijgesteld, sterker nog, ik begin het stiekem eigenlijk wel leuk te vinden! Doordat dit onderwerp deel is geworden van Proef de natuur als 1 van de 12 Buitengewone Belevenissen, werd ik eigenlijk bijna “verplicht” om hierover na te denken. Hierdoor kwam ik in contact met Edwin Cornelissen, beter bekend als de Bosbaas. Hij is specialist op het gebied van wildplukken en eten uit de natuur, en heeft in het verleden wel vaker excursies in het Bentwoud gegeven. Samen hebben we gekeken wat er mogelijk is aan wildpluk activiteiten in de Rottemeren en het Bentwoud. We zijn het veld in gegaan met mijn collega Dick en Edwin heeft ons van alles laten zien en proeven. Man, wat een nieuwe wereld ging er ineens voor mij open! Super veel algemene planten zijn niet alleen maar eetbaar, maar zijn ook nog eens super lekker! Ik ben vanaf dat moment helemaal om, wildplukken is super vet!
Maar goed, dat wildpukken, hoe doe je dat eigenlijk en waar moet je allemaal rekening mee houden? Nou, om te beginnen, heb respect voor de natuur! Zodra je iets plukt, haal je een deel weg uit het ecosysteem. Planten en paddenstoelen zijn het enige voedsel voor dieren. Ook wandelaars willen er graag naar kijken. Kijk daarom goed of er genoeg planten staan. Als er maar een paar staan, laat ze dan gewoon lekker staan. Hiermee zorg je dat je de aanwezige dieren geen voedsel ontneemt. Staat een plant ver van het pad vandaan, loop dan verder en kijk of je hem dichterbij kan vinden. Het laatste wat je natuurlijk wilt is dat je onnodig vegetatie plat stampt of dieren verstoort. En uiteraard, pluk je bijzondere planten nooit uit de natuur. Hiervoor geldt eigenlijk gewoon, laat je gezond verstand spreken!
Gezond en lekker eten gratis uit de natuur halen is iets wat natuurlijk erg leuk is om mee bezig te zijn. Je moet alleen wel rekening houden met een aantal punten!
Ook in mijn eigen gebieden zijn veel eetbare planten te vinden! Sterker nog, het Bentwoud is zelfs ingeplant met veel verschillende eetbare soorten voor mens en dier! Zo kan je in de zomer zelf lekker kersen komen plukken! Daarnaast komen planten zoals de grote brandnetel, kleine veldkers, look-zonder-look, vogelmuur, riet, hondsdraf en wilde peen in grote getalen voor. Super algemene soorten, die je zelf misschien wel als onkruid weg trekt uit de tuin, maar eigenlijk heel goed verwerkbaar zijn in allerlei heerlijke gerechten! Denk bijvoorbeeld aan een lekker soepje, een salade of een kruidenbotertje! Deze heb ik zelf ook gemaakt, en man, wat was dit recept verassend lekker!
Opgeven voor de wildplukexcursie in de Rottemeren op 29 juni en voor in de vele andere Staatsbosbeheergebieden kan via 12 Buitengewone Belevenissen. In de maand juni is 1 van de 12 Proef de natuur #gewoonbuiten. In de Rottemeren en op 14 september in het Bentwoud geeft Bosbaas Edwin deze wildpluk rondleidingen! Ik kan je uit eigen ervaring beloven, na een tocht met Edwin kijk je heel anders tegen de natuur en sommige planten soorten aan! Laat je zelf ook verwonderen en ontdek wat de natuur je allemaal voor lekkers te bieden heeft!
Bron:https://www.boswachtersblog.nl/zuid-holland/2019/05/29/snacken-in-de-natuur/?medium=email
Boswachter Jonathan Leeuwis blogt over wat hem bezig houdt. Deze blog geeft hij 4 tips over vogels kijken in de Rottemeren en het Bentwoud.
De temperaturen stijgen langzaam, de zon laat zich steeds meer zien en de knoppen aan de bomen schieten stuk voor stuk open, het is lente! Wat mij betreft de mooiste tijd van het jaar. Overal nieuw leven en waar je ook bent in de natuur, er gebeurt altijd wel wat om je heen! Zo ook zeker op het gebied van vogels! De een na de andere zomergast arriveert weer, na zijn overwinteringsgebied, in het warme zuiden. Zo stromen ook de Rottemeren en het Bentwoud weer helemaal vol met vogels! Hier onder 4 leuke vogeltips voor deze tijd van het jaar.
De roerdomp, een mysterieuze rietvogel die eigenlijk wel tot ieders verbeelding spreekt! Een prachtige vogel, maar vreselijk moeilijk om te kunnen zien. Als de roerdomp niet wil dat jij hem ziet, dan zie je hem ook echt niet! Hij gaat namelijk in de zogenoemde ‘paalhouding’ staan, waarbij hij zijn nek en zijn snavel recht omhoog trekt. Zo is hij nauwelijks te onderscheiden van de rietstengels om hem heen. Toch merk je vooral in de lente zijn aanwezigheid erg goed! Regelmatig hoor je vanuit het riet een herhaalde diepe bassende roep, “hoemp”, alsof je in een glazen fles blaast. Zodra je dit hoort stop dan even en hou de rietkraag goed in de gaten. Wie weet, met geluk, verlaat hij dan de rietkraag en kan je deze geweldige soort in je kijker krijgen!
Ook een roerdomp zien of horen? Ga er dan vroeg uit en zoek de rietgebieden op. Ook al is de roerdomp een bedreigde broedvogel die op de rode lijst staat, je maakt in de Rottemeren en het Bentwoud best een grote kans om hem aan te treffen. In dit gebied huisvesten er zo’n 5 paren. De meeste kans maak je in de moeraszone van het Bentwoud, de Eendragtspolder bij Zevenhuizen en het verdronken Populierenbosje aan de Zevenhuizerplas.
Wie nu op een mooie dag het Bentwoud in gaat, kan niet meer om ze heen, de bruine kiekendieven! Ze zijn weer net terug uit het warme Afrika en hebben volop het voorjaar in hun kop! De mannetjes, herkenbaar aan de grijze vleugels en staart en zwarte vleugeltoppen, zijn op dit moment fanatiek bezig met hun baltsgedrag. Dit pakken ze groots uit, ze houden namelijk hele vliegshows! Luid roepend vliegt hij hoog met een diep golvende vlucht. Waarna hij zich ineens laat vallen, een aantal salto’s maakt, een paar kurkentrekkers draait en vervolgens met een hoop kabaal in de rietkraag of in een van de horsten land! Een super spectaculair gezicht! Vorig jaar zijn er in het Bentwoud 6 nesten van de bruine kiekendief geteld, wat erg veel is voor zo’n jong gebied. De vrouwtjes, herkenbaar aan hun donkere uiterlijk en roomwitte kruin, kijken toe en kiezen welk mannetje haar mag bevruchten. Heel speciaal hoeft ze zich echter niet te voelen, mannetjes bruine kiekendieven nemen vaak niet genoegen met 1 vrouwtje. Het zou zomaar kunnen dat haar mannetje nog een second-love heeft.
Nu maak je de grootste kans om deze luchtacrobaten van het Bentwoud te zien. Zodra ergens hoog uit de lucht ineens een hoog “hie-è” klinkt, kijk omhoog! Dit geluid is het teken dat een van de mannen gaat beginnen aan een acrobatische voorstelling. Kijk ook goed boven de velden en rietkragen, kiekendieven jagen namelijk erg laag! Ze zweven rustig over de velden en duiken dan ineens naar benden om een vogel of een klein zoogdier te grijpen. De beste plekken om te kijken zijn rondom parkeerplaats west en rondom het begrazingsgebied met de Schotse Hooglanders.
Zoals ieder jaar, is ook dit voorjaar de blauwborst 1 van de eerste zomergasten die weer terug is in de Rottemeren en het Bentwoud. Dit laten ze ook erg duidelijk weten! Door felle kleuren en uitbundige zang is dit vogeltje een zeer opvallende verschijning! Je kan momenteel op sommige plekken dan ook bijna niet meer langs een rietkraag of een struwelen groepje lopen, of er zingt een blauwborst in. Ze zijn zelfs zo fanatiek dat ze hele baltsvluchten houden! Het mannetje vliegt luid zingend omhoog en laat zich met gespreide staart en vleugels als een parachute naar beneden zakken. Tijdens deze baltsvlucht is niet alleen de mooie blauwe borst goed te zien, maar ook zijn prachtige oranje staart!
Met dik 100 territoria in het gebied is de trefkans op de blauwborst best groot. De grootste kans maak je vroeg in de ochtend, het moment waarop alle vogels het harst zingen. Als je dan gebieden als de Eendragtspolder, het Populierenbosje bij de Zevenhuizerplas of de rietkragen en jonge struwelen in het Bentwoud bezoekt, durf ik je bijna garantie dat je ze tegen het lijf zult lopen!
Als er een plek is waar het nooit rustig en stil is, is het wel het Koornmolengat bij Zevenhuizen! In dit gebied zit namelijk een grote broedkolonie aalscholvers! De aalscholvers broeden altijd erg vroeg, sommige beginnen al in december! Momenteel zijn er veel jongen te zien, sommige zelfs al zo groot dat ze bijna uitvliegen. Zodra er jonge aalscholvers in een kolonie zijn, is het direct over met de rust. Jonge aalscholvers bedelen heel de dag non-stop om verse vis bij hun ouders. Zodra een van hen op het nest land, duiken de jongen diep de strot van pa of moe in, om zo de vers gevangen vis weer naar buiten te trekken. Als je dit zo op een afstandje bekijkt, krijg je bijna medelijden met de ouders. Je zou er toch bijna eentje uit het nest kieperen?! ???? Daarna is het niet lang over met de rust. Half april zullen een deel van de aalscholvers beginnen met een tweede legsel, waarmee ze weer tot juni zoet zijn. En let ook goed op, aan de noordkant broeden ook een aantal blauwe reigers. Deze broeden wat later als de aalscholvers en hebben nu net de eerste jongen in het nest zitten.
Mijn tip is om gewoon eens een tijdje te zitten op het dijkje langs het oosten van het Koornmolengat. Vanaf hier heb je een prachtig zicht op de kolonie en kan je met de verrekijker heel goed volgen wat er allemaal gebeurt.
Het is ondertussen wel duidelijk denk ik, er is genoeg te zien en beleven buiten! Dus pak je verrekijker en trek lekker de Rottemeren en het Bentwoud in! Ook organiseert Staatsbosbeheer een vogelexcursie in de Rottemeren, waarin je samen met mij en boswachter Sietze op zoek gaat naar de bijzondere broedvogels die rondom de Zevenhuizerpas zitten. Opgeven kan bij Staatsbosbeheer.
Heel veel plezier in het veld gewenst!
Boswachter Dick van Stegeren blogt over wat hem bezig houdt. Deze blog gaat over de rol van een Boa in het Hoge Bergse Bos; het kloppend hart van de buitensport in de Rottemeren.
Vandaag een gastblog van mijn collega Bert de Zeeuw boswachter met voornamelijk boa werkzaamheden. Met meer dan 22 jaar ervaring in de Rottemeren kent hij alle in en outs van het gebied. Sinds jaar en dag houdt hij toezicht op uw veiligheid en die van anderen.
In het Hoge Bergse Bos komen veel verschillende buitensporten samen in dit gebied van de Rottemeren. Sporten zoals kanoën, hardlopen, rolskien, mountainbiken, survivallen en klimmen vinden hier hun weg. Het vertrekpunt is vaak Outdoor-Valley aan de Hoeksekade in Bergschenhoek waar het een komen en gaan is van mensen. Naast sportclubs zijn er ook steeds meer vrije sportbeoefenaars uit de directe omgeving die het gebied weten te vinden. De Rottemeren betekend dat er voor iedereen qua sport veel mogelijkheden zijn. Dit vraagt van ons allen een bepaald gedrag.
Uitkijkpunt Lührs
Want er zijn natuurlijk ook mensen die komen om van de rust en de natuur te genieten. Het schitterende uitkijkpunt Lührs is daar een mooi voorbeeld van. Vanaf grote hoogte kun je het gehele gebied overzien om daarna ditzelfde gebied op de grond te ontdekken. Zo is De Wiebertjes, dat eens een kunstwerk was, nu zichtbaar als natuur- en broedgebied.
Wandelaars en kanoër in het Hoge Bergse Bos
Veel verschillende bezoekers dus in de Rottemeren met ieder zijn eigen activiteiten, wensen en beleving. Het betekend dat dit van ons allen om enkele regels vraagt. Met regels proberen we het gebied ook schoon, heel en veilig te houden voor iedere gebruiker. Voor mountainbikers is er de niet onaangename regel dat zij gebruikmaken van het 7 km lange mountainbikeparcours. Zelf onderhouden de mountainbikers het MTB parcours op vrijwillige basis. Zo kunnen ze elkaar aanspreken op ongewenst gedrag, is er doorgaans een oogje in het zeil en blijft het gebied heel.
Mountainbiker in het Hoge Bergse Bos
Nu zie ik nog wel eens wildpaden ontstaan op natuurstroken, in bosvakken of over gazons waardoor onherstelbare schade ontstaat aan het gebied. Dit laatste is niet alleen zonde van het mooie gebied maar levert ook regelmatig klachten op van bijvoorbeeld wandelaars, ruiters en pure natuurliefhebbers. Buiten het MTB parcours is het fietsen met een mountainbike in de Rottemeren alleen toegestaan op de verplichte fietspaden die zijn aangeduid met blauwe borden en op de onverplichte fietspaden waar geen gemotoriseerd verkeer mag komen. Ruiters dienen weer alleen te rijden op de ruiterpaden. Als die er niet is, rijd je in de berm van de rijbaan. Het zijn verkeersregels waar iedereen zich aan moet houden en dat is wat we natuurlijk allemaal graag zien.
Bij Staatsbosbeheer staan we voor beschermen, beleven en benutten. Als boa’s (buitengewoon opsporingsambtenaren) proberen we de gebieden van de Rottemeren ook te beschermen door op regels te handhaven. Tegelijkertijd benutten we het gebied door voorzieningen aan te leggen en deze te onderhouden. Dit samen zorgt voor een veelzijdige beleving van het prachtige Rottemeren. Wat wil een mens eigenlijk nog meer.
Als u mij of een van mijn collega’s in het gebied ziet stel gerust een vraag. Ook als het om iets anders gaat dan regels. We staan u graag te woord. Via deze blog kan natuurlijk ook.
Bert de Zeeuw
Boswachter boa
Bron: https://www.boswachtersblog.nl/zuid-holland/2019/03/15/boa-in-het-hoge-bergse-bos-het-kloppende-hart-van-de-buitensport-in-de-rottemeren/?medium=email
Boswachter Jonathan Leeuwis blogt over wat hem bezig houdt. Deze blog gaat over de Meester in de camouflage die gespot is in de Rottemeren en het Bentwoud
Je ziet hem zelden, maar toch zit hij er, het bokje! Nee, we hebben het hier niet over een geit, maar over een snip! Dit vrij onbekende neefje van de watersnip broedt in het hoge noorden, en komt ieder jaar naar het zuiden gevlogen om bij ons te overwinteren, zo ook in de Rottemeren en het Bentwoud!
Het bokje lijkt een beetje op zijn grote neef, de watersnip. Maar als je goed kijkt, zijn de verschillen mooi te zien. Om te beginnen is het bokje een stuk kleiner en iets ‘compacter’ gebouwd, en heeft hij een puntigere staat. Daarnaast valt het ook meteen op dat hij een kortere snavel heeft. Ook in de tekening van de veren zitten een aantal verschillen. Zo heeft het bokje strepen op zijn flanken, terwijl de watersnip daar bandering heeft.
Het bokje heeft een goede schutkleur, en dat weet hij zelf maar al te goed! Bij gevaar drukt hij zich plat tegen de grond en valt dan compleet weg in zijn omgeving! Met zijn gelige lengtestrepen en bruine tekening is hij nauwelijks meer te onderscheiden van rietstengels en waterplanten. Je ziet hem dan ook bijna altijd te laat, namelijk als hij geruisloos op enkele centimeters van je voeten vandaan opvliegt. Het kan dus zomaar zijn dat je vlak langs een bokje loopt, zonder dat je er ook maar iets van zult merken!
Het bokje leeft net zoals de watersnip in moerassige gebieden met lage vegetatie. Denk hierbij aan rietvelden, ondergelopen weilanden, slootkanten en venen. Hier komt hij slechts zelden buiten deze vegetatie voor. In de Rottemeren en het Bentwoud hebben we best veel van dit soort biotopen, waardoor dit gebied dus een prachtig overwintergebied is voor deze geweldige soort. Zo kwamen de boswachters van Staatsbosbeheer er tijdens werkzaamheden maar liefst 22 tegen in klein stuk moeraslandje!
Het is waarschijnlijk al duidelijk, een bokje zien is door zijn geweldige camouflagetechniek geen makkie! Toch maak je op sommige momenten kans om oog in oog te staan met deze stiekeme moerasbewoner. De beste kans maak je op momenten dat het heeft gevroren. Het bokje komt maar zelden tussen de vegetatie vandaan, maar als er ijs ligt moet hij wel! Op deze momenten gaan ze op zoek naar kwelslootjes. Door het kwelwater dat uit de grond naar boven komt blijven deze slootjes veel langer open. Dit geeft bokjes, en vele andere verborgen moerasvogels, toch nog de kans om aan voedsel (wormen, insecten(larven), en soms zaden) te komen.
Dus de gouden tip is om met vorst kwelslootjes op te zoeken en hier heel rustig voorbij te lopen of te rijden met fiets of auto!
Boswachter Dick van Stegeren blogt over wat hem bezig houdt. Deze blog gaat over de gebeurtenissen in het Lage Bergse Bos.
Dit jaar en de komende jaren staat er heel veel te gebeuren in het Lage Bergse Bos. In februari is Staatsbosbeheer in opdracht van het recreatieschap Rottemeren begonnen met het verwijderen van de essen die ziek zijn door de essentaksterfte. Tegelijkertijd vindt er regulier bosonderhoud en verjongingskap plaats. Ook is bouwcombinatie De Groene Boog in opdracht van Rijkswaterstaat gestart met de aanleg van de A16. Al deze projecten hebben de komende tijd een flinke impact op het gebied en omgeving. Door de werkzaamheden zoveel mogelijk tegelijkertijd uit te voeren beperken we de overlast voor mens en natuur. Ondertussen wordt er gewerkt aan de kwaliteitsimpuls voor het hele Lage Bergse Bos door Staatsbosbeheer. Dit resulteert uiteindelijk in een actueel en gevarieerder gebied. Waar nog meer te zien en te beleven valt.
Omdat er bijna dagelijks files staan op de A13 bij Overschie en de A20 tussen Kleinpolderplein en Terbregseplein legt Rijkswaterstaat een nieuwe weg aan. Hierdoor verbetert de bereikbaarheid en leefbaarheid van de regio Rotterdam. Hij komt aan de noordoostrand van Rotterdam te liggen en verbindt het Terbregseplein met de A13. De weg loopt parallel aan de Molenlaan, en gaat door de zuidwestelijke rand van het Lage Bergse Bos heen.
In het Lage Bergse Bos komt de weg in een half verdiepte tunnel te liggen. De boven kant van het dak steekt uiteindelijk enkele meters boven het maaiveld uit. In 2022 is de tunnel klaar en wordt een laag grond over het tunneldak en taluds aangebracht. Vervolgens wordt het dak opnieuw ingericht met bomen, struiken, speelweides, wandel- en fietspaden. Bij de inrichting van het tunneldak door Rijkswaterstaat is er rekening gehouden met het ontwerp van de kwaliteitsimpuls. Voor meer informatie over de aanleg van de A16 kunt u kijken op de site van Rijkswaterstaat www.a16rotterdam.nl .
Staatsbosbeheer voert de komende periode ook werkzaamheden uit in het Lage Bergse Bos. Het gaat om het verwijderen van essen die ziek zijn als gevolg van de essentaksterfte. Daarnaast vindt ook het reguliere bosonderhoud en de verjongingskap plaats. Hierbij worden bomen en struiken weggehaald om anderen de kans te geven verder te groeien.
In gedeelten waar open plekken ontstaan planten we tussen november 2019 en maart 2020 nieuwe bomen en struiken. In sommige vakken proberen we komende maart al te herplanten. Zo hebben we zo snel mogelijk weer nieuw bos. Door meer soorten bomen en struiken te planten werken we toe naar een betere bosstructuur en grotere biodiversiteit.
We kunnen ons goed voorstellen dat mensen schrikken van de impact van de werkzaamheden. Maar in een druk recreatiegebied als de Rottemeren kunnen we ons domweg niet permitteren, dat bomen spontaan omvallen of takken verliezen. Essen kunnen wel 25 meter lang worden en vallen daardoor in een gebied als de Rottemeren bijna altijd wel op een ruiter-, fiets- of voet-pad, weg of parkeerplaats. Daarnaast ontkomen we er niet aan, om af en toe bosonderhoud en verjongingskap uit te voeren. Dit doen we om de bossen gezond en vitaal te houden.
De essentaksterfte levert Staatsbosbeheer geen financiële voordelen op. Sterker nog het kost geld. De opbrengsten van het hout dekken de kosten van de kap, de herplant en het opknappen van de paden niet. Bovendien is er vanwege de essentaksterfte, die in heel Nederland heerst, een grotere vraag naar bosaannemers en plantgoed. Ook komt er veel essenhout op de markt. Dit betekent hogere kosten en lagere opbrengsten. Daarnaast geldt voor de Rottemeren ook nog eens dat alle inkomsten ten goede komen aan het recreatieschap Rottemeren, die overigens ook alle kosten voor haar rekening neemt.
Anders dan soms gesuggereerd wordt, is er geen ander belang bij de kap van de essen dan de veiligheid van de recreant. Meer informatie over de essentaksterfte kun je lezen in mijn voorgaande blogs, www.boswachtersblog.nl/zuid-holland/2018/09/07/aanpak-essentaksterfte-in-bleiswijkse-zoom-in-volle-gang/ en www.boswachtersblog.nl/zuid-holland/2018/04/11/essentaksterfte-in-de-rottemeren/ . Daarnaast is er veel informatie beschikbaar over de essentaksterfte op www.staatsbosbeheer.nl/essentaksterfte .
Recreatieschap Rottemeren gaat in de komende jaren het Lage Bergse Bos aantrekkelijker maken voor de recreant. Het bos wordt beter aangepast aan de vraag van de huidige bezoeker met meer eigentijdse recreatievoorzieningen. Zoals een belevingspad, fitnessroute en extra speeltoestellen in speelpolder de Bergse Vallei. De kwaliteitsimpuls beoogt een gevarieerder gebied waar meer te zien, te beleven en te ontdekken is. Afgelopen november is een visie en schetsontwerp gepresenteerd. Het definitieve ontwerp verwachten we deze zomer. Bij het ontwerp proces zijn de gemeenten Lansingerland, Rotterdam en Zuidplas betrokken. Ook bewoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties in het Rottemeren gebied hebben meegedacht. Eind 2019 gaat de schop de grond in.
Staatsbosbeheer probeert tijdens de aanpak van de essentaksterfte en het regulier onderhoud het Lage Bergse Bos zoveel mogelijk open te houden voor het publiek. Tijdens de werkzaamheden kunnen wandel-, fiets- en paarden-paden tijdelijk afgesloten worden. Na afloop kunnen paden minder goed begaanbaar zijn doordat ze beschadigd zijn door het werkverkeer. Na afloop van de werkzaamheden herstellen we de paden weer zo snel mogelijk.
Gedurende de aanleg van de A16 door Rijkswaterstaat blijft het Lage Bergse Bos grotendeels toegankelijk. Bezoekers kunnen het tracé oversteken via het Wezelpad en Reeënpad. Een deel van de paden worden afgesloten. Rondom het werkterrein worden bouwhekken en verkeersborden geplaatst. Ook voor autoverkeer blijft Het Lage Bergse Bos tijdens de aanleg van de A16 bereikbaar.
De komende jaren kunnen we er helaas niet omheen dat er hinder ontstaat vanwege de vele werkzaamheden die plaatsvinden in het Lage Bergse Bos. Maar uiteindelijk zal er weer een fraai nieuw gebied liggen met veel groen en natuur waar het fijn recreëren is voor de komende generaties.
Bron: https://www.boswachtersblog.nl/zuid-holland/2019/02/14/wat-gebeurt-er-in-het-lage-bergse-bos/?medium=email
Boswachter Dick van Stegeren blogt over wat hem bezig houdt. Deze blog gaat over de bereikbaarheid van het recreatiegebied met het openbaar vervoer.
De Rottemeren, het prachtige veelzijdige recreatiegebied aan de rand van Rotterdam en gelegen rond de Rotte. De ideale bestemming voor een mooie herfstwandeling! Natuurlijk kun je dan de auto pakken, of de fiets. Maar wist je dat het gebied ook gemakkelijk te bereiken is via openbaar vervoer? Zowel met de tram als de bus, maar ook met de metro ben je in een handomdraai in het Lage Bergse Bos, Hoge Bergse Bos of Zevenhuizerplas. In deze blog geef ik 3 tips, hoe je vanaf drie verschillende haltes, binnen een kwartier, lopend door het groen deze gebieden kan bereiken. Ben je eenmaal daar, dan zijn de Rotte, het Hoeksepark de Bleiswijkse Zoom en de Eendragspolder gemakkelijk via leuke wandelpaden te bezoeken.
Met tram 4 ga je naar de Burg. van Kempensingel waar je uitstapt bij het eindpunt. Vervolgens steek je de Molenlaan over naar de van Beethovensingel. Je volgt het pad langs het water. Na een rijtje Italiaanse populieren te zijn gepasseerd, hou links aan totdat er een parkje verschijnt. Daar ga je linksaf en terwijl je de vijver rechts passeert zie je in de verte al de contouren van het Lage Bergse Bos. Nog ongeveer 5 minuten rechtuit lopen en je bent bij speelpolder de Bergse Vallei. Een leuke plek waar kinderen kunnen klauteren en klimmen, ontdekken en spelen. Er is een evenwichtsbalk er zijn hangmatten, een kruiptunnel, een zandbak met pomp, stapstenen, speelwater en een fontein. Een plaats waar je ’s zomers ook kunt vissen, picknicken en barbecueën. Loop je verder tot op het eiland midden in het Lage Bergse Bos, dan kom je misschien wel oog in oog te staan met de Schotse Hooglanders! Zij lopen los in dit begrazingsgebied en zorgen voor een natuurlijke ontwikkeling op het eiland. Heb je dorst of honger. Geen probleem, er zijn twee prima horecagelegenheden in het Lage Bergse Bos.
Neem bus 35 naar de President Wilsonweg en stap uit bij de Halte Brantingweg. Wandel vanaf hier het Ommoordseveld in. Een afwisselend park waar nog een stukje van het oude veenlandschap bewaard is gebleven. Oorspronkelijk waren hier woningen gepland, maar de omwonenden waren zo gehecht aan het uitzicht op de open polder met koeien dat ze hebben weten te bereiken dat dit gebied behouden is gebleven. Wandel eerst eens even de 13 meter hoge heuvel op. Vanaf de top van heuvel is de lage ligging ten opzichte van de rotte als gevolg van de eeuwenlange turfwinning en de langgerekte kavelstructuur duidelijk te zien. Loop vervolgens in oostelijke richting naar het meer beboste stuk en wandel langs de waterpartij richting de Rotte. Als je vervolgens weer in een meer open gebied met weilanden komt, kun je de dijk van de Rotte zien liggen. Aan de linkerkant ligt kinderboerderij de Blijde Wijde waar je van alles kunt beleven; natuurlessen volgen, kennismaken met allerlei beesten, een pannenkoek eten of schapen aaien. Ga je rechts, dan kun je op diverse manieren wandelend langs knotwilgen laantjes de rotte bereiken. Als je eenmaal aan de oever van de Rotte staat, ga je rechtsaf en volgt de rivierloop tot aan de Rottebanbrug. Steek die over en je bent in het Hoge Bergse Bos ter hoogte van de skiheuvel. De hele tocht vanaf de bushalte duurt niet langer dan een kwartier.
Met de metro kom je snel en gemakkelijk in de Rottemeren. Vanaf maar liefst zeven metrostations ben je binnen 10 minuten lopen in het recreatiegebied. Het Nessestrand, hoewel niet van het recreatieschap Rottemeren, is zelfs binnen een paar minuten te belopen vanaf metrostation Nesselanden. Maar wil je eens een ander stukje van de Zevenhuizerplas zien, stap dan eens uit bij metrostation Ambachtsland. Verlaat het station aan de noordzijde en steek de kooikerweg over. Loop tussen de twee flats door tot vlakbij de sloot. Ga daar rechts en loop langs de heg totdat je de dijk ziet liggen. Op de dijk is een laan van Iepen geplant. Wandel daar langs richting het einde van de dijk. Links zie je villa Kakelbont met daar omheen speeltuin Taka-Tukaland. Een stukje verder kom je bij een soort sluisje waar de iepenlaan overgaat in een populierenlaan. Inmiddels ben je in het Wollefoppenpark. In de verte zie je de rietkragen en het water al liggen. Bij de Zevenhuizerplas kun je zowel links als rechts afslaan. Het maakt niet zoveel uit. Beide kanten op is er genoeg te beleven voor natuur en recreatie liefhebbers.
Op de website van Staatsbosbeheer vind je meer informatie over natuurgebied Rottemeren.
Bron: https://www.boswachtersblog.nl/zuid-holland/2018/10/30/wandelend-door-het-groen-naar-de-rottemeren/
Boswachter Dick van Stegeren blogt over wat hem bezig houdt. Deze blog gaat over natuur en recreatie aan de Zevenhuizerplas.
Op het randje van Rotterdam grenzend aan de wijken Nesselande en Zevenkamp ligt het waterparadijs de Zevenhuizerplas. Natuurliefhebbers, zeilers, zonaanbidders en allerlei watersporters kunnen hier hun hart ophalen. De 178 hectare grote waterplas vormt hier de scheiding tussen metropool Rotterdam en de kleinere gemeente Zuidplas. De ruim 20 meter diepe plas heeft een goede waterkwaliteit en een rijk waterleven. Door regelmatige controle op de zwemwaterkwaliteit is het een veilige plek om te zwemmen, te recreëren en van de natuur te genieten. Naast mensen, weten vooral ook vogels tegenwoordig de Zevenhuizerplas te vinden.
Geen wonder dat vogelaars en natuurgenieters zowel boven als onderwater, dit gebied steeds meer beginnen te ontdekken. De aanleg van speciale natuureilanden, paaiplaatsen, brede rietkragen met oud en jong riet zorgen voor een geschikte biotoop voor rietvogels. Door de combinatie van diep en ondiep water zal de plas in de winter niet snel dichtvriezen en is er een breed voedsel aanbod voor allerlei watervogels. Dit jaar broeden er wederom lepelaars. De roerdomp is gesignaleerd en wie goed luistert hoort de snor, (bos) rietzanger of kleine karekiet. Met een beetje geluk en geduld zie je opeens een baardmannetje of blauwborst in het riet verschijnen. Dat er onder water ook veel te zien is blijkt uit de documentaire “De vele gezichten van de Zevenhuizerplas”. Waarin een snoek je meeneemt gedurende de vier jaargetijden op verkenningstocht door de Zevenhuizerplas.
Misschien zijn de verdronken populieren wel het meest mooie plekje in deze omgeving. Min of meer per ongeluk is tijdens de aanleg van een fietspad een stukje bos geïsoleerd geraakt en onderwater komen te staan. De daar aanwezige bomen zijn daardoor afgestorven en vormen nu een prachtig decor waarin allerlei eenden en vogels een “veilig onderkomen” weten te vinden. De dode bomen zorgen voor een geschikte plek voor holen-broeders. Het woudaapje heeft zijn weg er weer naar toe weten te vinden en heeft een nestje gemaakt ergens in het oudere riet. De afgelopen periode zwommen er weer diverse eenden families rond met hun jongen. Zo ook een gezinnetje dodaars. Helaas zijn dat lekkere hapjes voor weer andere vogels als reigers maar ook roofvissen. Zodat je soms voor je ogen het nageslacht ziet slinken. Afgelopen winter hebben hier lange tijd vijf ransuilen gebivakkeerd. De soms lange rijen natuurfotografen wezen erop dat er heel wat te beleven viel.
Wie bij de verdronken populieren staat kan op nog geen honderd meter afstand mensen zien liggen en genieten van de zon op de diverse stranden. Zwemmers, zeilers, kanoërs en surfers zijn actief op het meer. In de verte maken waterskiërs hun rondjes op de waterskibaan. Soms zie je duikers zeulen met hun uitrusting richting de waterkant. Voor de feestvierder is er de Sicilië boulevard een prachtige strand a la Zuid-Frankrijk. Rondom de plas liggen diverse restaurants, terrasjes en plekken waar je spullen kunt huren voor op en in het water.
Door een slimme zonering van het gebied is deze plas geschikt gemaakt voor zowel recreatie als natuurbeleving. Kortom een gebied dat het bezoeken meer dan waard is. De ligging in een sterk verstedelijkt gebied maakt de Zevenhuizerplas een gebied om nog eens extra te koesteren en zuinig mee om te gaan.
Boswachter Dick van Stegeren blogt over wat hem bezig houdt. Deze blog gaat over de enige nog werkende molenviergang van Nederland
Molenviergang in de Zevenhuizer Zoom
Afgelopen weekend vond de Nationale Molendag plaats. Een mooie gelegenheid om de molenviergang in de Tweemanspolder weer eens onder de aandacht te brengen. Deze molenviergang in de Zevenhuizer Zoom is de enige nog werkende in Nederland en heeft zeer interessant verhaal. Want wist je dat in vroeger tijden er wel 80 molens rond de Rotte stonden, die zorgden voor droge voeten in de weide omgeving?
De bodem van Recreatiegebied Rottemeren bestond rond het jaar 1000 voornamelijk uit een dikke laag veen. Rond die tijd werd er begonnen om deze vrijwel onbewoonbare veen- en moerasgebieden te ontwateren en in cultuur te brengen. Er werden ontwateringssloten gegraven loodrecht op de Rotte. De Rotte loosde dat water vervolgens via de Maas de Noordzee in. Het aldus ontwaterde veen werd op deze manier geschikt voor landbouw. Veen bestaat voor 90% uit water met als gevolg dat ontwaterd veen op termijn inklinkt tot 10% van de oorspronkelijke dikte. Dat zorgt voor een aanzienlijke bodemdaling.
Enkele eeuwen later begon de bevolking flink te groeien. Er ontstonden steden en de vraag naar brandstof voor verwarming, nijverheid en bierbrouwerijen nam enorm toe. Nadat de bossen opgestookt zijn, bleek veen een geschikte alternatieve brandstof. Eerst werd het droge veen boven het grondwater afgegraven. En later ook het veen onder het grondwater, het zogenaamde baggerveen. Dat veen diende echter eerst gedroogd te worden. Daarom werden er smalle stroken land gespaard, die niet ontgraven werden, waarop het baggerveen te drogen kon worden gelegd: de legakkers. Na verloop van tijd ontstonden er op deze manier grote plassen water met smalle legakkers erin. Bij storm werden deze smalle eilanden makkelijk weggespoeld door het opstuwende water. Langzaam maar zeker ontstonden op deze manier grote aaneengesloten plassen. Met het weghalen van het veen onder het grondwater verdween uiteindelijk ook de landbouwgrond en daarmee een inkomsten- en voedselbron. Zodat nadat het veen verdwenen was er nog nauwelijks bronnen van bestaan waren. Een kleine milieuramp voor de bewoners in die tijd.
Zo ontstond er rond 1600 door vervening een grote diepe plas, waar nu de Tweemanspolder ligt. De soms wel vier meter dikke veenlaag was ontgraven tot aan de kleibodem. In 1720 werd de eerste molen gebouwd direct aan de Rotte om een begin te maken met het uitmalen van de polder. Vervolgens werden er daaropvolgend nog drie molens gebouwd. Die elk steeds een meter water omhoog konden malen. De molens stonden via een boezemsloot met elkaar in verbinding en de laatste molen maalde het water over de dijk de Rotte in. Op deze manier werd het water in etappes langzaam maar zeker de polder uitgemalen. Deze 4 molens wisten uiteindelijk in 1734 gezamenlijk de Tweemanspolder leeg te pompen. De kleibodem verschafte daarna een prima ondergrond voor akkerbouw. Bij overvloedige regenval kan het overtollige water nog steeds op deze manier de polder uitgemalen worden.
Dat deze molenviergang nog daadwerkelijk werkt, maakt hem uniek in Nederland. Pas in 1952 zijn deze molens overbodig geworden. Alle vier de molens zijn bewoond en nog helemaal bedrijfsklaar. Omdat er een relatie bestaat tussen een molen en zijn omgeving spreekt men van een molenbiotoop. Zo heb je rond een molen een vrije ruimte nodig voor de wind. En hoort er bij een molenviergang een boezemsloot en een plaats waar het water kan worden uitgemalen in een boezem. Zo is het rondom de molenviergang verboden hoge bomen te planten en is er bij de inrichting van de Bleiswijkse Zoom daarom gekozen voor knotwilgen zodat vrije windvang gegarandeerd kan blijven voor de molens in de Tweemanspolder. In Zevenhuizen is een interessant museum gewijd aan deze en de andere molens langs de Rotte. In de hoogtijdagen stonden er meer dan 80 molens langs de Rotte.
Kortom, een echte aanrader eens te komen kijken naar de molenviergang in de Zevenhuizer Zoom.
Bron: https://www.boswachtersblog.nl/zuid-holland/2018/05/17/de-enige-nog-werkende-molenviergang/
Pagina 4 van 22